fbpx
Artikel

(Bijna) helemaal om

Het was idealisme, een strategische keuze en ook een beetje uit nood geboren: vorig jaar deed Piet Duinkerke van DTI Installatiebedrijf uit Scherpenzeel het ketelonderhoud over aan een collega-installateur in de buurt en daarmee werd tegelijkertijd voor het grootste deel afscheid genomen van het gastijdperk.

“Het afstand doen van mijn vierhonderd onderhoudscontracten was best wel spannend”, zegt Duinkerke. “Het is een vaste inkomstenbron die wegvalt en ik was ook wel een beetje bang dat zo’n stap wat arrogant over zou komen op mijn klanten.” Het was desondanks de beste beslissing. “Kijk, de ketels gaan er sowieso uit. In de nieuwbouw heb je al geen keus meer en we zijn met een kleine club. Ketelonderhoud besteedde ik uit aan zzp’ers en ik kon ook niet makkelijk een nieuwe servicemonteur vinden. Ik vond dat we ons dus het beste konden gaan focussen en vol gaan voor de warmtepomp”, zegt Duinkerke.

Nibe

Bij DTI Installatiebedrijf werken zeven monteurs, en zitten vier man/vrouw op kantoor op kantoor. Samen zetten ze tientallen warmtepompen per jaar weg. “We werken eigenlijk vooral met Nibe, omdat het goede machines zijn en omdat ze zo’n groot assortiment hebben”, zegt Duinkerke. En dat komt goed uit, want DTI Installatiebedrijf doet ze allemaal: ventilatieluchtwarmtepompen, luchtwaterwarmtepompen, grondgebonden warmtepompen.

“De eerste keer dat we een ventilatieluchtwarmtepomp installeerden, ging het meteen over een project met vijftig appartementen. Nu hebben we er zo’n 140 draaien. Je ziet dat deze warmtepompen bij woningcorporaties behoorlijk populair zijn, als ze een duurzame woningrenovatie doorvoeren. Maar ook bij passiefhuizen en vakantiewoningen worden ze gebruikt als er geen koeling is gewenst. Een warmtepompje van 2 of 6 kW verzorgt in zo’n woning de verwarming, ventilatie én verwarmt een boilervat van 180 liter tapwater; voor de thermische desinfectie van het tapwater wordt voor de laatste vier graden wordt het elektrische element ingeschakeld.”

De nek uitsteken

De nek uitsteken, niet bang om fouten te maken en altijd transparant zijn naar je klanten. Dat heeft Duinkerke gebracht waar hij nu is. In het begin duizelde het hem wel eens, want er komt met warmtepompen veel nieuws op je af. “Ook omdat ik de monitoring erbij wilde doen.” Maar na verloop van tijd begon het te rollen. Klanten en opdrachtgevers kwamen op hém af. “En zo zijn we ons ook steeds meer gaan richten op alternatieve bronnen voor de water/water-warmtepompen.” In IJmuiden was DTI betrokken bij een groot project met warmtepompen op basis van warmte uit het riool, het bedrijf werkt met innovatieve warmtewisselaars als de Duitse Thermogenius-bal, die warmte uit oppervlaktewater haalt en ook het PVT-paneel als bron voor warmte (en sinds kort ook koude) kent inmiddels weinig geheimen meer voor Duinkerke.

Maar, is de gasketel dan voor honderd procent uit beeld? “Nee, want we hebben ook hybride opstellingen, met gasketel en warmtepomp. Dan doen we de gasketel er natuurlijk wel bij. En we doen nog service en onderhoud bij enkele tientallen scholen en andere grote bedrijven. Ik moet je bekennen dat het nu toch wel een goed gevoel geeft om deze nog te kunnen doen.”