Veel bedrijven kampen met een personeelstekort. Hoe groot dat tekort is, verschilt per sector en functie. Zo blijkt uit onderzoek dat het extra moeilijk is om personeel te vinden voor functies die te maken hebben met de energietransitie. Nu zoeken werkgevers nog vooral regionaal en lokaal naar technisch personeel. Maar het is niet gek te bedenken dat er in de toekomst steeds vaker personeel uit het buitenland gehaald wordt.
Monteurs van elektriciteitsnetten? Werkvoorbereiders en calculators voor installatietechniek en infrastructuur? Installateurs voor dakwerk, sanitair, verwarming, gas- en waterleidingen? Ze zijn amper te vinden. Er is in ons land een groot tekort aan mensen die de overgang naar schonere energie bewerkstelligen.
Er komt veel kijken bij het inhuren van buitenlandse medewerkers
Hoewel het tekort aan Nederlandse professionals soms zeer nijpend is, richten bedrijven zich bij de werving voor moeilijk vervulbare vacatures nog niet vaak op het buitenland. Opvallend, want hier is vaak op korte termijn personeel in te huren dat ook nog eens flexibel inzetbaar is. Belangrijke pluspunten, maar je moet als bedrijf niet vergeten dat er behoorlijk wat komt kijken bij de inzet van buitenlands personeel. Niet alleen als je kijkt naar de werving en selectie, maar ook als het gaat om huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Bovendien moeten medewerkers steeds vaker verplicht in het bezit zijn van een VCA-certificaat.
VCA-cursussen voor anderstaligen
Om duidelijkheid en rechtszekerheid te hebben over dergelijke certificaten, is er een wederzijdse erkenning van VCA-diploma’s uit onder meer Duitsland (SCC), België (BeSaCC) en het Nederlandse VCA. Is een medewerker niet in het bezit van het (juiste) certificaat? Dan is het goed om te weten dat VCA-cursussen in allerlei talen worden aangeboden. Zo kan zowel de cursus VCA Basis als VCA Vol behalve in het Nederlands ook in onder meer het Pools, Turks, Engels of Arabisch gevolgd worden.
Ook buitenlands personeel moet veilig en gezond kunnen werken
Kunnen medewerkers niet (goed) communiceren omdat ze anderstalig zijn? Dan neemt de kans op ernstige ongelukken aanzienlijk toe. Meestal is het spreken van een gemeenschappelijke eerste of tweede taal zoals Duits of Engels voldoende. In het geval van meer risicovolle beroepen, bijvoorbeeld asbestsaneerder of kraanmachinist, is het wél verplicht om voldoende Nederlands te kunnen spreken. Of medewerkers nu wel of geen Nederlands spreken, als ze een VCA-diploma op zak hebben weet je in ieder geval zeker dat ze basiskennis hebben over veilig en gezond werken. Zowel als het gaat om henzelf, collega’s en mede-uitvoerders, als het milieu.
