
De huidige isolatie-eisen maken een complete centrale verwarmingsinstallatie overbodig, vindt installatie-ontwerper Hans Crone. Elektrische verwarming kan een goed alternatief zijn in de huidige, goed geïsoleerde woningen. Vloerverwarming heeft het helemaal lastig.
Vanaf de jaren 70 werd centrale verwarming met radiatoren voor iedereen bereikbaar en vanaf de jaren 90 werd vloerverwarming steeds betaalbaarder. Maar vanaf 1995 werden de isolatie-eisen stilaan opgeschroefd, zo vertelde Crone onlangs op een lezing over comfortabel verwarmen, georganiseerd door Zehnder. “Tien jaar geleden zei je bij een Rc-waarde van 2,5 nog poe-poe, nu schrikken we niet meer van een Rc-waarde van 8. Sinds 1 januari eist het Bouwbesluit al een gemiddelde Rc van 5. En HR++-glas is standaard en we zien vaak zelfs drielaags glas.”
Radiatoren nu overbodig
Het gevolg is dat er nauwelijks meer warmte nodig is in een huis en koudestraling ontbreekt. “Hoe logisch is nu centrale verwarming nog? Op zolder heb ik een apparaat dat via buizen water transporteert naar de woonkamer. Zo’n 20% tot 30% verdwijnt via de leidingen op plekken waar we ’t niet nodig hebben.” Was CV met overal radiatoren jarenlang de top qua verwarming, nu is het eigenlijk overbodig. In veel slaapkamers staat de radiator nooit aan. En als er toch eens warmte nodig is, bijvoorbeeld in een slaapkamer op het noorden, dan weigert die radiator vaak dienst, omdat de kamerthermostaat urenlang geen warmtevraag heeft. Ook vloerverwarming heeft afgedaan. Door de stevige schilisolatie hoeft de vloer niet warmer te worden dan 21 °C, omdat anders de woonkamer te warm wordt. En een vloer van 21 °C voelt net zo koud aan als een vloer zonder vloerverwarming. “Als de vloer warmer is dan 24 °C, voel je het pas.”
Juist oncomfortabel
Het gevolg is dat de destijds comfortabele centrale verwarming nu in nieuwe huizen voor oncomfortabele situaties zorgt. Steeds vaker vraagt Crone aan zijn opdrachtgevers om na te denken over elektrische verwarming. Niet met een warmtepomp, maar gewoon met elektrisch gevoede radiatoren. “Er gaat geen warmte verloren. Je bedient de radiatoren per kamer. Dat is heel efficiënt.” In de visie van Crone komt er meer aandacht voor decentrale verwarming waarbij de woonkamer wordt verwarmd “met een apparaat met een goed rendement, bijvoorbeeld een kleine warmtepomp die warmte uit de afgevoerde ventilatielucht gebruikt als warmtebron.” In de slaapkamers volstaan elektrische radiatoren. “Of een verplaatsbare luxe elektrische radiator die je in de kast zet.” Een oplossing met alleen maar ‘stralingspanelen’ hekelt Crone. Het betekent koude knieën als iemand aan tafel zit omdat de stralingswarmte niet door het tafelblad heen gaat. “Stralingswarmte is fijn, maar een beetje convectiewarmte is altijd nodig.” De boodschap van Crone: “Realiseer je dat er heel veel is veranderd. Denk na. Kies eerst je ventilatiesysteem, en dan de installatie.”
Tekst: Richard Mooi, foto’s: Richard Mooi, Hans Crone
Het volledige artikel is verschenen in Installatie en Sanitair 5-2015. Kijk hier voor een voordelig (proef)abonnement.