Bij de renovatie van een hoekwoning in Den Bosch was nul-op-de-meter het uitgangspunt voor de opdrachtgevers. Dat is uiteindelijk gehaald door zonnecollectoren en ketel achterwege te laten en ‘all electric’ te gaan. Water wordt dus ook elektrisch verwarmd.
Een woonkeuken erbij, het vergroten van het atelier en het levensloopbestendig maken van de woning. Dat waren de aanvankelijke eisen van de opdrachtgevers van de hoekwoning in Den Bosch. Totdat ze in aanraking kwamen met het lokale initiatief Energie Nul73. “Dat gaf hen de overtuiging dat ze meer konden doen, namelijk naar nul-op-de-meter renoveren”, zegt ontwerpmanager Carl-peter Goossen van BouwQuest, die door aannemer Roscobouw bij het project werd betrokken en gevraagd werd mee te denken over de mogelijkheden. Goossen zette in op een passiefhuisbenadering: eerst de gebouwgebonden energievraag met 90% omlaag brengen.
Verwarming
Uitgangspunt voor verwarming van de woning was om dit te kunnen doen met opgewarmde ventilatielucht (balansventilatie met WTW plus elektrisch naverwarmen) en afscheid te nemen van de aanwezige HR-ketel met gasaansluiting. Warm water zou moeten komen van de zonneboiler met buffervat, waarvoor vier zonnecollectoren op het dak waren gepland. Voor elektra ging men uit van zestien panelen op het dak van het huis (gericht op het zuiden) en acht op de uitbouw (op het oosten). Verwarmen met enkel ventilatielucht kan als de warmtevraag van een woning op de koudste dag van het jaar niet meer dan 10 W per m2 vermogen vraagt. Goossen bleef in zijn berekening zitten op 15 W. Dat betekende bijverwarmen in de uitbouw. Al met al zou de warmtevraag daardoor groter zijn dan wat met eigen opwekking kon worden gehaald. Kortom: nul-op-de-meter was met deze aanpak niet binnen bereik en nog meer isolatie of verandering in de oriëntatie zat er niet in.
All electric
Een ‘second opinion’ van adviseur Henk Wegkamp (Dantuma-Wegkamp) bracht uitkomst: door de vier zonnecollectoren te vervangen door vier extra PV-panelen en te gaan voor een elektrische geiser (Stiebel Eltron, 14 kW) zou nul-op-de-meter wel lukken. Goossen legt het verschil tussen deze twee benaderingen uit: “De zonnecollectoren verwarmen het water in het boilervat, maar in de zomer heb je dan om pak ‘m beet 11.00 uur ’s ochtends je water al warm en gebeurt er de rest van de dag niets met de energie die de collectoren opwekken. Dit in tegenstelling tot PV-panelen die de hele dag kWh’s blijven opwekken. De elektrische geiser gaat gewoon aan op het moment dat er warm water nodig is. Over een jaar gezien is de som van verbruik en opwekken dan nul. In de investering bleek dit overigens ook een goedkopere oplossing.”
Ventilatie
Het toegepaste ventilatiesysteem met WTW is een Zehnder – J.E. Storkair WHR 950 die draait op 40% van zijn vermogen. Goossen: “Zo’n systeem staat standaard ingesteld op 90% van zijn vermogen, met als gevolg dat installateurs vaak de ventielen dichtdraaien. Dat moet dus niet, want dat veroorzaakt nu die klachten over geluid. Je moet de ventielen altijd helemaal opendraaien en dan het apparaat inregelen naar behoefte.” Het systeem brengt via een bypass automatisch zomernachtventilatie de woning binnen als het overdag warm is geweest. De ventilatielucht wordt elektrisch naverwarmd (vermogen 1000 W). Het bijverwarmen van de uitbouw op heel koude winterdagen moet dus wel en wordt simpelweg gedaan met een elektrische plintverwarming (Kickspace).
Verbruik en opbrengst
Overigens is de nul-op-de-meter helemaal doorgerekend in de PHPP (PassiefHuis PlanningsPakket), op basis van het gedrag van de bewoners aan de hand van hun gewoontes in de oude situatie. Per maand is op basis van klimaatgemiddelden een berekening gemaakt van wat het verbruik is en wat de opbrengst zal zijn van de PV-panelen. Dat gebruik wordt ook gemonitord. Over een jaar gezien is het totale verbruik van de twee bewoners 5159 kWh en de opbrengst van de PV-panelen 5799 kWh. Een belangrijk aandachtspunt tot slot in de discussies rondom nul-op-de-meter is de prestatiegarantie voor die nul. Hoe is dat geregeld? “Ik garandeer het”, zegt Goossen daar simpelweg op. “Want ik weet dat het klopt.”