
Kees de Vries (55) is vestigingsdirecteur van installatiebedrijf Van Dorp in Lijnden. Sinds 20 juni mag hij zich hybride vakdocent noemen. Op vmbo- en mbo-scholen mag hij 160 uur per jaar lesgeven, dat is zo’n vier uur per week.
“Ik dacht dat ik streng was. Dat blijkt wel mee te vallen. Op het eind van mijn stage op het Bredero College in Amsterdam vroeg ik ze allemaal een leeg velletje papier te nemen. ‘Jongens, schrijf nu eens op wat jullie vinden van mij als leraar? Je mag schrijven wat je wilt.’ Verschillende leerlingen vonden dat ik wel strenger mocht zijn. Daar keek ik wel van op.”
Onbekend terrein
Voor De Vries was de opleiding een eye-opener. “Over mijn vak vertellen heb ik nooit moeilijk gevonden. Maar wat wist ik van didactiek, pedagogiek of leerklimaat? Dat was nieuw voor mij als techneut. Orde houden? Een les voorbereiden? Voor mij onbekend terrein, net als omgaan met een groep adolescenten. Ze slapen te weinig, komen moe op school, zijn bezig met andere dingen. Vooral op het vmbo is leraar zijn soms hard werken. Logisch, op het vmbo hebben ze nog niet voor installatietechniek gekozen. Ze zitten er omdat het moet. Ze zijn snel afgeleid. Als de een iets doet, haakt de ander in. Ze proberen je uit als nieuweling. Het is vaak niet eens weerstand, het is de puberteit.”
Om de klas te kunnen sturen, geeft De Vries veel aandacht aan de voorbereiding, ‘zodat er geen gaten vallen in de les en ik niet sta te hakkelen’. Ook vindt hij het fijn om terug te kunnen vallen op het lesplan. De Vries: “Dat bestaat uit een aantal fases. Als ze binnen komen, zijn ze druk en probeer ik hun aandacht te vangen met iets verrassends. Een filmpje bijvoorbeeld. Daarna ga ik vragen stellen over hun voorkennis, uitleg geven en checken of de uitleg is overgekomen. Vervolgens zet ik ze aan het werk en als laatste evalueer ik of ze hebben geleerd wat ik wilde.”
Het werk als docent geeft veel voldoening. Toch heeft De Vries geen concrete plannen om voor de klas te gaan staan: “Dat komt omdat we de laatste maanden enorm zijn gegroeid bij Van Dorp, het is gigantisch druk. Ik houd de boot nog even af, maar het hoofd van de afdeling Installatietechniek van ROC Amsterdam heeft al aangegeven dat hij me gaat benaderen. Nou, tegen die tijd gaan we kijken of het past.”
Wat is de leergang Hybride Vakdocent?
De leergang tot Hybride Vakdocent is ontwikkeld door VTI (Vakschool Technische Installaties). De lerarenopleiding M&T van de Hogeschool van Amsterdam werkt hiervoor samen met ROC Amsterdam, een aantal Amsterdamse vmbo-scholen en brancheorganisatie OTIB. “Het is de bedoeling dat de docenten doorstromen naar de lerarenopleiding en een voltijds docentschap”, aldus Petra Overmars, coördinator en opleider van de leergang. “Het aantrekkelijke is dat deze mensen echt kunnen vertellen vanuit hun praktijkervaring. De technische kennis brengen ze mee en hun ervaringsverhalen maken de lessen eigentijds en levendig.” Ook in de rest van Nederland wordt de opleiding inmiddels aangeboden.
De docenten in de dop worden geworven via het eigen netwerk van de bedrijven en via de opleidingsfondsen OTIB, OOM en A+O Metalektro. Het doel is minimaal vijftien mensen op te leiden tot hybride vakdocenten die ook een rol kunnen gaan spelen in de energietransitie. “Het vinden van goede docenten is een van de belangrijkste opgaven om de energietransitie te laten slagen”, aldus programmadirecteur Martin de Haan. “Daarom roepen we bedrijven op hun beste medewerkers hiervoor in te zetten. Zo kunnen ze straks zelf hun personeel opleiden.” Bedrijven begrijpen volgens De Haan heel goed dat docenten het verschil kunnen maken voor de technici van de toekomst. Maar hun eigen personeelstekort is en blijft een spanningsveld. De Haan: “Ze vinden het belangrijk, maar ook ingewikkeld.”