fbpx
Artikel

Vakman voor de klas: René van der Drift

René van der Drift, Hybride vakdocent, Vakman voor de klas

In het dagelijks leven werkt René van der Drift als uitvoerder bij installatiebedrijf Vink in Roelofarendsveen. Daarnaast is hij vakdocent in de installatietechniek. Zijn opleiding tot Hybride Vakdocent haalde hij bij de Hogeschool van Amsterdam.

“Een vertrouwensband kweken met deze leeftijdsgroep is best lastig. Ze zijn jong, speels, wispelturig… Je hebt er altijd een paar bij die gaan klieren.” Gelukkig hoeft hij niet zelf het wiel uit te vinden. “Als ze echt lopen te gallemiezen, volgen we de protocollen van de school.”

Verrassende situaties

Van der Drift blijft altijd vriendelijk en ‘in de rol van de docent’. Vaak gaat dat heel goed, want werken met jongeren geeft energie en zorgt altijd weer voor verrassende situaties: “Laatst kwam er eentje naar me toe, die wilde een pompschakelaar bij vloerverwarming gebruiken. Dat leek me wat overdreven. Maar goed, hij had het in de Leerwijzer gezien. Nou, die volgen we, dus moest ik hem gelijk geven. Ze vogelen veel zelf uit. Ze gaan pas vragen stellen als het niet lukt. Meneer, wat doen we fout? Meneer, hoe kan ik hier een bocht in buigen?”

Stages liep Van der Drift op het Hoofdvaart College in Hoofddorp en het Nova College in Haarlem. Hij gaf onder meer een les verwarmingstechniek: “Ik probeer techniek tastbaar te maken. Ze moeten het kunnen voelen en ruiken. Keteldummietje, expansievaatje, powerpointje… Daarna mogen ze het zelf doen. Ik laat ze fouten maken. Dat is juist goed. Mijn advies? Laat de mensen heel, dan gaan ze uiteindelijk beter presteren.”

Van der Drift gaf ook een les in omgaan met klanten: “Hoe ga je om met bewoners thuis? Hoe ben je gekleed? Hoe kom je over? Dan vraag ik ze bijvoorbeeld hoe de klant het vindt als ze met een bedrijfsauto met deuken en roestplekken komen voorrijden. Je ziet die koppies peinzen. Na een korte stilte zeg ik: jongens, probeer schadevrij te rijden.”

Goede investering

Scholen die belangstelling hebben kunnen zich melden, want Van der Drift zit in een docentenpool. Hij plaatst dit initiatief in een breder perspectief voor de hele installatiebranche: “Als we niks doen, heeft de branche straks geen mensen meer en geen toekomst.”

Ook voor hemzelf vindt hij dit een goede investering: “Er komt misschien een tijd dat mijn lichaam het zware installatiewerk niet meer aan kan. Voor de klas verklein ik het risico dat ik ziek thuis kom te zitten. Docent zijn is wel vol te houden tot je zeventigste. Hoewel, mentaal raak je redelijk uitgeput. Ik moet er nu nog niet aan denken om vijf dagen per week voor de klas te staan. Daarvoor vind ik het installatiewerk te leuk.” 

Wat is de leergang Hybride Vakdocent?
De leergang tot Hybride Vakdocent is ontwikkeld door VTI (Vakschool Technische Installaties). De lerarenopleiding M&T van de Hogeschool van Amsterdam werkt hiervoor samen met ROC Amsterdam, een aantal Amsterdamse vmbo-scholen en brancheorganisatie OTIB. “Het is de bedoeling dat de docenten doorstromen naar de lerarenopleiding en een voltijds docentschap”, aldus Petra Overmars, coördinator en opleider van de leergang. “Het aantrekkelijke is dat deze mensen echt kunnen vertellen vanuit hun praktijkervaring. De technische kennis brengen ze mee en hun ervaringsverhalen maken de lessen eigentijds en levendig.” Ook in de rest van Nederland wordt de opleiding inmiddels aangeboden.
De docenten in de dop worden geworven via het eigen netwerk van de bedrijven en via de opleidingsfondsen OTIB, OOM en A+O Metalektro. Het doel is minimaal vijftien mensen op te leiden tot hybride vakdocenten die ook een rol kunnen gaan spelen in de energietransitie. “Het vinden van goede docenten is een van de belangrijkste opgaven om de energietransitie te laten slagen”, aldus programmadirecteur Martin de Haan. “Daarom roepen we bedrijven op hun beste medewerkers hiervoor in te zetten. Zo kunnen ze straks zelf hun personeel opleiden.” Bedrijven begrijpen volgens De Haan heel goed dat docenten het verschil kunnen maken voor de technici van de toekomst. Maar hun eigen personeelstekort is en blijft een spanningsveld. De Haan: “Ze vinden het belangrijk, maar ook ingewikkeld.”