Nieuwe ontwikkelingen bij zonneboilers. Een dakcollector met ingebouwde boiler. Of een nanopaneel dat zelfs bij bewolking warmte oplevert. Maar ook een app om de systeemopbrengst van zonneboilers weer te geven.
De zonneboiler lijkt wat uit beeld door de sterke groei van zonnepanelen, maar warmte oogsten via de zon is nog steeds een goed alternatief. Volgens sommigen zelfs een rendabeler alternatief. In nieuwbouw is een zonnecollector nog steeds in zwang, doordat het een EPC-reductie geeft. Maar bij particulieren blijft het een lastig verhaal, hoewel veel systemen in prijs zijn gedaald, maar installatiekosten kunnen de beslissing doen afketsen. Om de installatiekosten te verminderen, komt Sowise met een collector met ingebouwde warmwaterbuffer. De collector-boiler is iets dikker (21 cm) dan een traditionele vlakke plaatcollector (zo’n 9-10 cm), maar op zolder is geen aparte boiler meer nodig. De collector met afmeting van 2 m × 1,45 m heeft een ingebouwde roestvaststalen waterbuffer van 160 liter. Als de zon schijnt, wordt het tapwater direct verhit. Door de speciale glasplaat en een isolatiemateriaal vindt er volgens de fabrikant weinig uitstraling naar de buitenlucht plaats, als de zon verdwijnt. Leo van Rooij van Sowise verzekert dat er geen bevriezingsgevaar is, zelfs niet bij opstelling op het platte dak waarbij aan alle kanten de vrieskou vrij spel heeft. “Dat is wel de meest gestelde vraag. De collector blijft echter vorstvrij anders zou het weinig zinvol zijn om deze op de markt te brengen.”
Geen elektra
De prijs van de collector is vergelijkbaar met een systeem met losse boiler, maar de winst zit ‘m in de eenvoudige montage. “Het tapwater stroomt er doorheen. Zet je de warmwaterkraan open, dan zorgt de waterleidingdruk voor transport.” Zelfs een elektra-aansluiting is niet nodig. Bij een schuin dak kunnen de twee aansluitleidingen direct door het geïsoleerde dakbeschot op de zolder uitkomen. Bij platdakopstelling bestaat er wel bevriezingsgevaar van de waterleiding en moet er een thermolint om de waterleidingen. Of je kunt gebruikmaken van een aansluitsetje dat Sowise heeft ontwikkeld. “Dat is een soort PVC-buis van 125 mm, geïsoleerd met PUR. Daarin zitten de waterleidingen en een aparte ruimte die kan ventileren met lucht uit de vorstvrije ruimte onder het platte dak.” De collector van Sowise heeft een opbrengst die vergelijkbaar is met die van een traditionele zonneboiler. Overigens bewijst Itho Daalderop met de Solior dat een boiler buiten de woning niet bevriest. Bij de Solior is een boiler onder een ronde zonnecollector gemonteerd in een waterdichte behuizing die weer en wind op platte daken aankan. Er is wel een klein verwarmingselement (15 W) aanwezig om kapot vriezen te voorkomen.
Nanocoating
Ook nieuw is de zonnecollector van het Engelse Hone Surface Power. Het gaat om een zogenaamde nanocollector die al bij daglicht warm water ‘opwekt’. Deze technologie zorgt ervoor dat niet alleen warmtestraling wordt benut, maar een veel breder spectrum van het daglicht. “Daardoor is Surface Power in staat energie te winnen uit daglicht, zelfs als de zon achter de wolken schuilgaat. Ook in de wintermaanden, wanneer de zon laag staat, vangt het energie in”, meldt importeur SPT Benelux. DGK Installatie in Den Haag heeft al enkele systemen geïnstalleerd, vertelt mede-directeur Hilbrand Does en deze werken echt. “Zo draait er al één de hele winter en die geeft een heel goed resultaat.” De zonnecollector van Surface Power is eigenlijk een vacuümbuiscollector, waarvan de buizen zijn voorzien van de speciale nanocoating. “Je bent niet meer afhankelijk van de hoeveelheid warmtestraling maar van de hoeveelheid daglicht.” Zelfs in de donkere decembermaand is er opbrengst, weet Hilbrand Does uit eigen ervaring. “Tot zo’n 50 ºC. En op een zonnige winterdag kan dat wel oplopen tot 80 °C.” Een collector is wel wat duurder, maar er is een minder groot oppervlak aan collectoren nodig. “De prijs is dan gelijk, maar met een beter rendement in de winter.” Voor een woning heeft DGK een systeem geïnstalleerd met acht collectoren met een totaaloppervlakte van 13,2 m2. Dit wordt niet alleen gebruikt voor tapwater, maar ook voor verwarming. “De woning is van 3000 naar 1000 m3 gas gegaan.” Doordat de collectoren de collectorvloeistof al snel in temperatuur opwarmen, volstaat in die situatie een buffer van 300 liter. “Omdat je ook in de winter hoge temperaturen kunt halen.”
Meetsysteem
Bij PV-panelen is misschien het display op de omvormer met de opbrengst wel het allerleukste onderdeel van instalatie. Je ziet meteen wat er die dag is opgewekt en door de wifi die steeds vaker wordt ingebouwd, kun je de opbrengst via een smartphone-app overal volgen. Bij zonneboilers is monitoring de ontbrekende schakel, of enkel de boilertemperatuur en dat wringt, weet men bij HRsolar. Wesley Gielesen: “Bij PV kijkt toch iedereen naar wat het opbrengt en wij merken dat iemand met een zonneboiler ook nieuwsgierig is waarin hij heeft geïnvesteerd. En ook een stukje trots om aan de buurman te laten zien.” HRsolar heeft hiervoor de SuMoSy ontwikkeld, Sun Monitoring System. Op de regeling van Resol die HRsolar en Atag gebruiken, kan eenvoudig een flowsensor met ingebouwde temperatuursensor worden aangesloten zodat ook de opbrengst in kWh van het systeem inzichtelijk wordt gemaakt. Door nog een datalogger op de regeling aan te sluiten die weer in verbinding staat met het internetmodem of de router, is via internet de opbrengst van de zonneboiler op PC, smartphone of tablet te bekijken. “Het zonneboilersysteem kan ook automatisch naar de installateur een e-mail sturen als het systeem in storing staat en melden welke storing het betreft.” Het uitbreidingssetje om de opbrengst te meten, kost circa 125,- euro. De versie met aansluiting op het modem zal als geheel op 189,- euro komen. Bij Wolf is de opbrengst van een Wolfzonneboilersysteem via de kamerthermostaat te bekijken. Eén type is ook geschikt om aan internet te koppelen zodat via een app in mooie grafiekjes de opbrengst van de zonneboiler wordt weergegeven.
Tekst: Richard Mooi, foto’s: fabrikanten.
Het volledige artikel is verschenen in Installatie en Sanitair 7-2015. Klik hier voor een (proef)abonnement.