Meer Met Minder, oftewel MMM. Mmm kan een genot verwoorden, maar Mmm kan ook bedenkelijk klinken. ‘Mmmh’ Welke Mmm vecht om voorrang?
“Uneto-VNI is tegenstander van een energielabel light” lazen we de afgelopen weken, toen de discussie over het al dan niet verplichten van het label, in welke vorm dan ook in hevigheid woedde. In 2008 is de stichting Meer Met Minder (MMM) in het leven geroepen door de rijksoverheid, branche organisatie Uneto-VNI en Bouwend Nederland en Energie-Nederland, belangenbehartiger van vrijwel alle energiebedrijven. Dit stond in het teken om de Nederlandse markt grootschalig aan te pakken en honderd duizenden woningen te voorzien van een energielabel en minimaal 2 label sprongen te verbeteren.
Donderdag 28 juni 2012 jongsleden heeft minister Spies (Binnenlandse Zaken) het nieuwe convenant Meer Met Minder getekend voor energiebesparing in de bestaande bouw. Het convenant, met een looptijd tot 2020, heeft als doel om minimaal 300.000 woningen en gebouwen per jaar energiezuiniger te maken. Dankzij de uitvoering van het convenant betalen burgers straks een lagere energierekening én wordt de CO2-uitstoot verminderd.
Hollandse nieuwe
Het nieuwe convenant is een actualisatie van het convenant Meer Met Minder uit 2008 en houdt onder andere rekening met de bijgestelde kabinetsdoelstellingen en de veranderde economische omstandigheden. Naast 20% minder CO2-uitstoot in 2020 gaat het om afspraken over beheersing van de energielasten en het stimuleren van de bedrijvigheid in de bouw- en installatiebranche. Behalve Minister Spies ondertekenden ook Uneto-VNI, Bouwend Nederland en Energie Nederland het convenant.
Hieraan gekoppeld zit het zogenaamde verplichte energielabel, en daarover heeft iedereen wat te vinden. Light, of niet light, meetmethodes, noem het maar op. Wijzelf, als MMM aanbieder, zien nog weinig schot in de zaak. Het initiatief van 4 jaar geleden lijkt namelijk weldegelijk een andere koers te gaan varen. Daarbij zijn na de invoering van de contributie in 2012 MMM deelnemers afgehaakt en blijken er minder dan 750 aanbieders te zijn. En dit na jaren waarbij er ettelijke miljoenen per jaar zijn geïnvesteerd.
Woningdossier
MMM zal in de toekomst op eigen benen moeten gaan staan. De eerste stap is de invoering van de contributie. De vervolgstap die men aan het navolgen is, is het feit dat de woningeigenaar niet meer direct geïnformeerd word. Men is bezig op gemeentelijk en provinciaal niveau voet aan de grond te krijgen. En hoe? Door onder de arm het zogenaamde woningdossier mee te nemen. Door het afnemen van het woningdossier door de genoemde instanties kan men de burger prikkelen om hier gratis of tegen een kleine bijdrage gebruik van te laten maken. Na het invullen van postcode en huisnummer in het Woningdossier, ziet de bewoner het (indicatieve) ‘light Energielabel’ van zijn woning. Vervolgens kan de bewoner berekeningen uitvoeren met energiebesparende maatregelen of maatregelpakketten die hij zelf samen kan stellen. Het Woningdossier biedt daarmee veel gemak. Men kan dan via het Woningdossier snel en efficiënt oriënteren op de mogelijkheden in de woning en vervolgens makkelijk aan de slag gaan met de uitvoering. De voordelen nog even op een rij:
- Geen adviseur over de vloer;
- Geen installateur of aannemer over de vloer;
- Geen gezeur meer van buitenstanders en deskundigen die het toch altijd beter weten;
- Direct een maatwerkadvies Energielabel en offertes zonder daarvoor maar een euro voor hoeven uit te geven;
- Know how & kennis van zaken niet benodigd;
- Alles zelf uitvoeren;
Oftewel: succes met het Woningdossier! Het is dus niet gek dat Uneto-VNI meldt dat het “label light” alleen maar voor onduidelijkheid in de markt zorgt en Meer Met Minder de bouw en installatiesector met dit initiatief geen goede dienst bewijst. Juist de partijen die toegevoegde waarde kunnen geven, komen niet meer bij de mensen over de vloer. Dat moeten we als branche niet willen.
Ps. Ik denk er hard over na om onze lidmaatschap voor 2013 maar op te zeggen.
Beste Erik,
Je staat bij mij bekend als een hartstochtelijk pleitbezorger voor energiebesparing. Ik ben je nog steeds dankbaar voor de wervende acties die je voor MMM hebt gedaan in het verleden. Helaas is er blijkbaar iets met je gebeurd waarom je het nodig vind dit artikel te schrijven. Laat ik daarom de feiten en intenties op een rij zetten.
– het woningdossier biedt dossierhouders energielabels, maatwerkadviezen en aanbieders aan om te offertes te vragen en de uitvoering te doen. In Amersfoort wordt het systeem met succes toegepast en is de daar actieve MMM-aanbieder zeer tevreden; we streven naar meer.
– het woningdossier wordt ingezet in de Provincie Overijssel om via dit platform premies en leningen aan te vragen. Dat zal traffic gaan opleveren waarbij het voor de bezoeker maar één klik verder is om bij de MMM-aanbieders te komen; er is dus geen sprake van het doel om alles maar zelf uit te voeren, integendel de weg naar de aanbieders wordt juist verkort;
de aan het woningdossier gekoppelde expertmodule wordt ingezet om meer gemeenten en provincies te prikkelen op lokaal niveau aan de slag te gaan met dit model.
– de invoering van de contributie van 200 euro per jaar was al aangekondigd bij het begin van MMM: ieder MMM-aanbieder wist dat na 1 of 2 jaar een dergelijke contributie zou worden gevraagd. Je doet in je artikel net of wij de aanbieders een loer draaien. Bovendien hebben we de bijdrage zeer bescheiden gehouden.
– het light-label (dat in het woningdossier als indicatief label wordt toegepast) is ingezet om Nederland nu eens massaler te benaderen en aan te jagen voor energiebesparing; met de huidige methode lukt dat gewoonweg niet (ik wou dat het anders was); volgens mij weet jij dat ook. Voor die aanjaagfunctie is het niet nodig de energie-index op 8% nauwkeurig (waar komt die norm overigens vandaan?) vast te stellen: een 90% betrouwbaarheid binnen één labelstap is afdoende. Die methode kan ook ontsloten worden voor makelaars, taxateurs, gemeenten e.d. die een ‘light-vaststelling’zouden kunnen doen. Ik begrijp best dat dit onrust veroorzaakt in EPA-land, maar tot nu toe krijg ik weinig inhoudelijk onderbouwde tegenargumenten om dit niet te doen, anders dan het verwijt dat er minder werk zou zijn voor de EPA-adviseurs. En juist die opvatting moet om: juist doordat woningeigenaren getriggerd raken om de woning te verbeteren, moet de adviseur zijn meerwaarde tonen en niet janken als er geen subsidie meer is, of dat een overheidshandaving langer duurt.
– over die ettelijke miljoenen, wil ik je nog wel eens informeren, maar ik kan één ding zeggen: het heeft de bouw- en installatiesector tot nu toe nog geen cent gekost.
Dus Erik, waar is het je om te doen? Ik begrip het niet.
Chris Bruijnes
MMM