
Als de bank of opdrachtgever het niet wil of kan, dan gaan we het zelf financieren. Ziet u het voor u? Dat u dat doet voor uw klant?
Â
Het gebeurt her en der in den lande al geruime tijd. Een ESCootje, wordt ie al liefkozend genoemd. ESCo is de afkorting voor Energie Service Company. Binnen deze gedachte worden verbeteringen aan de gebouwen/installaties gekoppeld aan onderhoud en beheer, waarbij de gebruiker een keiharde garantie krijgt op zijn energiebesparing. Voor wie nu al dreigt af te haken, lees dit even.
Â
Rol installateur
Er zijn al verschillende projecten onder deze noemer opgepakt. In het geval van de Rotterdamse Kunsthal, binnenkort een reportage in ons vakblad, betekent dit bijvoorbeeld dat installateur, bouwer en energiemaatschappij in een gezamenlijk consortium de verbouwingskosten voor hun rekening nemen (1,5 miljoen euro), waarbij de gedachte is dat dit bedrag ‘ruimschoots’ wordt terugverdiend in meerjarig onderhoud én energiebesparing. Bijzonder is dat de opdrachtgever dus geen risicodrager is, maar wel begunstigde van het project.
Â
Van centraal naar lokaal
Investeringen vinden dus plaats op basis van toekomstige besparingen; een relatief nieuwe en innovatieve gedachte, die een markt op slot op originele wijze vlot kan trekken. Deze filosofie ligt onder meer ook ten grondslag aan het Energiebesparingsfonds, zoals Uneto-VNI deze met branchepartijen moet gaan uitrollen bij consumenten en bedrijven. Maar ook in Overijssel worden op lokaal niveau dergelijke financieringsconstructies opgetuigd. Er komt een mooie uitdaging te liggen. Want het traditionele korte termijn prijsdenken bij opdrachtgevers moet wijken voor lange termijn kwaliteitsdenken. Iedere installateur weet hoe lastig die discussie nu is, ook al blijkt aan alle kanten dat goedkoop duurkoop is.
Â
Veranderende markt wil prestatiegarantie
Het ESCootje is dus zeker géén mechanisme dat een speeldingetje blijft van energiereuzen en landelijke installatiegiganten, al zijn het nu vooral partijen met spek op de botten die zich aan dergelijke constructies wagen. Het principe van het ESCootje kán juist op particulier niveau tot bijzonder innovatieve situaties leiden. Een installateur die gelooft in zijn werk, kan samen met een fabrikant die gelooft in de prestaties van zijn product onder voorwaarden toch prima een prestatiegarantie afgeven voor een meer energiezuinige installatie en exploitatie? Het vereist wat lef, maar dat is een belangrijke voorwaarde voor gezond ondernemerschap. De besparing uitsmeren over een looptijd van de installatie, en met de bijbehorende afschrijvingen en kosten kan een huiseigenaar een aantrekkelijk investeringsplan worden aangeboden, die hem of haar definitief over de streep trekt om te verduurzamen. Het kán. Commercieel aantrekkelijk, kwalitatief aantrekkelijk, maatschappelijk aantrekkelijk.
Â
Opleveren en wegrennen?
Het ESCootje dwingt om na te denken over ontwerp en uitvoering, want de maker is meerjarig risicodrager bij onderhoud en beheer. Niet opleveren en wegrennen, maar lange tijd vaste partner blijven bij een project. Het ESCootje maakt de installateur probleemeigenaar, en dat is een rol die geen last hoeft te zijn. Het jaarlijkse onderhoudsbeurtje is niet langer een inspanningsverplichting, maar een prestatie die een uithangbord vormt van nieuw, duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Uw ervaringen hiermee? Laat het weten. Een markt die zich –als u het mij vraagt- prima leent voor dergelijke constructies, is de scholenmarkt; met haar ‘plofklassen’, belabberde binnenklimaat en eeuwige korte-termijn-getouwtrek over de budgetten.
Â
In de toekomst behaalde resultaten bieden ruimte voor garanties.
Â
Â
Â