Klein maar fijn

Talent is beter af bij een mkb-bedrijf, kopte ons vakblad Installatie en Sanitair afgelopen maand. Waarom zijn kleine, mkb-installatiebedrijven dikwijls zo aantrekkelijk als werkgever en opdrachtnemer? Waarom zijn zo veel kleine installateurs zo trots op hun beperkte schaalgrootte? Tien punten waarom klein zo fijn kan zijn.

Geen lastige managers

Minder regels, meer eigen initiatief en korte lijnen met beslissers. Voor werknemers interessant, maar ook voor opdrachtgevers. Snel schakelen, improviseren, en ruimte voor klantgericht ondernemerschap op een zo laag mogelijk niveau zijn toegevoegde waardes die de mkb’er goed passen. Niks afschuifcultuur, en stugge, tijdrovende processen en schijven: oplossen die handel.

Persoonlijke aandacht

Voor de klant, maar denk eens aan de medewerkers zelf. Werken in een klein hecht team is een pre voor de persoonlijke ontwikkeling van mensen, en dus indirect voor voldoening en motivatie. In grote omvangrijke afdelingen is het makkelijk verschuilen. Geen nummer maar een naam.

Niet verkokerd

Kleine ondernemingen kennen doorgaans geen strikte scheiding tussen planning, offerte, begroting, calculatie, uitvoering en nazorg. Sterker nog: werknemers zijn gedwongen en gewend om over traditionele disciplines in de bouw heen te stappen. Monteurs kunnen ook verkopen. Directeuren die meewerkend zijn. De werkvloer regeert, en dat komt de kwaliteit en het bedrijfsresultaat ten goede.

Lokale kracht

Kleine bedrijven zijn doorgaans lokaal en regionaal actief en weten alles van de omgeving, de omstandigheden en de cultuur. Diepgeworteld in de samenleving; een hoge gunfactor, maar daardoor ook scherp op het leveren van vakwerk. Niet voldoen aan de verwachtingen betekent exit. Een betere motivator kun je niet hebben.

Talenten vissen

Kleine mkb’ers zijn dé perfecte leerschool voor startende monteurs. Alle disciplines onder één dak, ruimte voor ontwikkeling in techniek en persoonlijke vaardigheden in een klein team. Belangrijk: visie, tijd en mensen voor begeleiding. Lokaal gewortelde ondernemingen zouden bovendien nauw contact moeten onderhouden met opleidingen. Helaas worden deze tegenwoordig juist opgeschaald, en dat is zonde.

Leerschool en carrièrekansen

De breed inzetbare werknemer, doorgaans een voorwaarde voor succesvol functioneren bij een kleine installateur, schept voor zichzelf ook meer groeimogelijkheden voor de toekomst. Een ervaren alleskunner kan zich op een later moment prima specialiseren, en is goud waard op de arbeidsmarkt. De beste basis dus.

Scherp in prijs en kwaliteit

Een kleine onderneming hoeft geen gigantische overhead te financieren, en die hoeft de klant dus ook niet te betalen. Of je nu een alleskunner of een niche-installateur bent; je doet louter waar je goed in bent, en schakelt specialisten in die op hun vakgebied excelleren. Iedereen voegt waarde toe in de ‘keten’, en wordt afgerekend op het juiste aandeel van de kwaliteit. Engineering door groothandel of leverancier? Prima. Alle gebakken lucht uit processen en dus betere en goedkopere installaties, zonder onder de duiven te schieten. En belangrijker: klanten krijgen méér waar voor hun geld.

Lekker flexibel

Kleine organisaties buigen eenvoudiger mee met de wind. Harder lopen wanneer het moet, de teugels laten vieren wanneer het kan. In een goed functionerend team, waarin gemotiveerde, hard-werkende mensen elke dag voor de broodheer en de klant klaarstaan is ruimte voor flexibiliteit. Dus een avondje of een zaterdagje door is geen splijtzwam, maar wisselgeld.

Innovatiekracht

Het opschalen en financieren van vernieuwingen kan dan misschien wel een probleem vormen, mkb’ers vormen wél het kloppend hart van die innovaties. Juist ook omdat innovatie schuilt in simpele oplossingen voor complexe problemen én maatwerk voor de klant. Dicht bij het vuur, mooie specialismen en mensen die praktisch en oplossingsgericht denken.

Groei is geen doel

Groei in mensen of orderportefeuille is natuurlijk een doel, maar minder een primair doel. Goed doen waar je goed in bent, gezonde marges en tevreden werknemers staan doorgaans hoger op de agenda dan omzettargets, expansiedrift en prijsconcurrentie. Liever een goed servet, dan een beroerd tafellaken.