
De groothandel in de installatiewereld blijven wegschrijven als klassieke dozenschuivers en bankiers van de branche is te gemakkelijk, gedateerd, en getuigt van ‘oud denken’. Na de ‘race to the bottom’, zien we het accent nu verschuiven naar waarde-toevoegende activiteiten.
Keuken
Wie de kans krijgt om eens in de keuken te kijken bij de distributiecentra van de grote grossiers in ons vakgebied, moet hem zeker pakken. Ik heb ze de afgelopen jaren bijna allemaal gezien, en je zult er verbaasd van staan, welke geoliede machines, mensen en businessmodellen er achter dat bestelschermpje staan. Want er is de afgelopen jaren nogal wat veranderd, ingegeven door de tijd waarin de crisis, en dus ook de prijsdruk, welig tierde in installatieland. Ik weet nog dondersgoed hoe 10 jaar geleden de orders nog per fax binnen ratelden, en mijn verbazing hierover met dezelfde verbazing werd beantwoord: zo doen wij dat nu eenmaal hier. Mijn eerste artikel over installatiegroothandel in 2007 (!) mailde ik, en kreeg het geprint, met handgeschreven correcties per fax terug.
Marktverschuivingen
Groothandelaren moesten net als installateurs zichzelf opnieuw uitvinden. En dat is uiteindelijk goed nieuws. Het moet sneller, beter, efficiënter, en als het even kan ook nog voorzien van advies, engineering, en als het even kan uitvoering, en meetbare verantwoording van de prestatie. We zien in de kolom interessante verschuivingen. De groothandel als uitvoerende partij, in de rol als adviseur, maar ook al in de rol van acquisiteur. Het standaardiseren van maatwerk in techniek, is voor de handel een grote uitdaging, naast het blijven leveren van logistiek maatwerk.
Vandaag besteld morgen in huis klinkt vanzelfsprekend, maar stel je eens voor wat dáár voor nodig is. Van het ontwikkelen van bestel-apps, just-in-time op projecten, tot de balievoorraden, de nachtelijke busleveringen tot de koerier die ‘on the job’ het onbrekende onderdeeltje. Nooit meer misgrijpen, ontzorgen en dienstbaarheid; het zijn containerbegrippen van heb ik jou daar, maar het zijn sleutelwoorden bij alle dozenschuivers van weleer. En ieder doet dat op zijn eigen manier.
Ieder zijn kracht
Of het nu gaat om de de RFID-ontwikkelingen bij Wasco (lees daarvoor het juninummer van Installatie en Sanitair), de vergaande projectondersteuning van Rensa Techniek (hier een voorbeeld daarvan), Galvano’s e-business en gecustomizede badkamerleveringen in de huisstijl van de installateur, de hulp die Solar haar klanten biedt bij optimalisatie van bedrijfsprocessen. Maar denk ook aan de marketingkracht en leadgeneratie van een Thuiscomfort-platform van de Technische Unie, en de slagkracht van de grote groothandel in het groen. (NB: Martijn zit heel vaak in chatscherm op Thuiscomfort.nl, praat even met hem) Natuurlijk draait het onderaan de streep om het prijsje. Maar een groothandel die zichzelf serieus neemt, heeft genoeg toegevoegde waarden die dát argument steeds vaker in de schaduw te zet.
Toch zie je steeds vaker directe leveringen. En daar is niets mis mee. Ook fabrikanten kunnen die toegevoegde waarde aan kennis en advies geven en waar nodig zelf distribueren. Veel installateurs zoeken authenticiteit, door bijvoorbeeld als in badkamerland artikelen te zoeken die niet via het multichannel-kanaal overal verkrijgbaar zijn, of zelfs binnen het bereik van de particulier liggen. Dat zijn keuzes. De installatie-ondernemer moet ook goed beseffen dat hijzelf ook nog waarde toe moet voegen in het ketentje.
Baliebakkie
En ja, een vorm van toegevoegde waarde kan ook gewoon dat bakkie koffie aan de balie zijn voor de monteurs die anders overdag geen vakgenoten zien. Ook de gunfactor, en de behoefte aan een winkeltje om de hoek blijft. Het moet ondanks efficiënt, doordacht, goedkoop en snel natuurlijk ook wel gewoon leuk mensenwerk blijven. Want installaties die met plezier gemaakt worden, zijn altijd beter.