
Het klinkt wat raar, om te pleiten voor het zoveelste uitstel van de Gasketelwet. Maar ik doe het, omdat het stelsel van certificering nog niet voldoende is opgetuigd. Als je vasthoudt aan 1 juli, dan bestaat het gevaar dat het recht van de snelste gaat gelden. En dat lijkt me niet nuttig.
Je zou kunnen zeggen: we hebben na 1 juli nog 18 maanden de tijd. Dus pas ná 1 januari 2022 mag een installateur zonder certificaat geen gasketels meer onderhouden. Deze overgangsfase geeft ons de ruimte om de certificering rustig ter hand te nemen.
Accreditatie nog niet rond
Maar het zijn niet alleen de installatiebedrijven die hun zaken nog op orde moeten krijgen. Ook de certificerende instellingen (de KIWA’s van deze wereld) zijn nog niet zo ver. En dat is zorgelijker. Zij krijgen net als installatiebedrijven tot 1 januari 2022 de tijd om hun certificatieschema’s te laten goedkeuren door de Raad voor Accreditatie.
Maar installatiebedrijven kunnen natuurlijk niet zo lang wachten. Zij moeten zich namelijk laten certificeren door deze certificerende instellingen (CI). Daar heeft interim-minister Raymond Knops echter wat op gevonden. Hij stelt dat deze CI’s al wel –vooruitlopend op hun accreditatie- installatiebedrijven kunnen certificeren om werkzaamheden te mogen uitvoeren.
Ongeldig certificaat
Maar, als een certificeerder binnen deze 18 maanden uiteindelijk toch geen accreditatie krijgt, dan zijn de certificaten niet meer geldig. Installateurs met zo’n ongeldig certificaat op zak mogen dan nog een half jaar werken aan ketels, maar na dit half jaar moeten ze zich bij een andere instelling laten certificeren.
Dus, als je als installatiebedrijf nu voor de keus staat: je laten certificeren door een certificerende instelling die al wel geaccrediteerd is, of door een bedrijf dat nog op een accreditatie wacht, dan is de keus niet moeilijk; je gaat toch niet het risico lopen dat je je twee keer moet laten certificeren? Dus kies je voor optie één.
Gelijk speelveld
En dat is nu het speelveld waarop de certificerende instellingen zich begeven. Ze zullen nu dus alles uit de kast trekken om als eerste geaccrediteerd te zijn, zodat ze de bulk van de installateurs tot hun klant kunnen rekenen.
Dat lijkt me niet de meest wenselijke uitkomst van de Gasketelwet. Wat de meest wenselijke uitkomst is, is dat installateurs vanaf de start een keus hebben bij wie ze zich laten certificeren. Of dat nou KIWA is, of Bureau Veritas, SKG Ikob of DEKRA.
BRL 6000-25
Je kan nu al op je vingers natellen dat vanaf 1 juli niet alle certificeerders zijn geaccrediteerd. Waarom? Bijvoorbeeld omdat de beoordelingsrichtlijn BRL 6000-25 van InstallQ, waarin de eisen voor certificatie gemeld staan nog niet helemaal definitief is.
Of omdat er nog tot 29 mei een consultatieronde is over de ministeriële regeling die de puntjes op de ‘i’ moet zetten van de Gasketelwet. En dan hebben we het nog niet eens over het coronavirus gehad, dat de planning van de praktijkexamens voor monteurs flink in de war schopt.
Ik zou zeggen: stel de wet nog even uit en zorg ervoor dat de certificerende instellingen die mee willen doen er aan de start van de Gasketelwet helemaal klaar voor zijn. Geaccrediteerd en wel. En laat de wedstrijd van ‘wie heeft als eerste zijn papiertje’ dan maar aan de installateurs over.
Waarom moet een Scios gecertificeerde ook deze certificering doen. Het is dubbel op.
Dus…. wie gaat dat betalen, wordt de “wereld” er veiliger van en is het nu niet meer fraude gevoelig.
Ook vreemd de particuliere “instellingen” gaan keuren….?
Marktwerking , kartelvorming, privatisering of ……
Erg vreemd zoals dit gaat bij z’n “belangrijke” wet?
Waarom dit niet gelijk voor elektrische installatie . Heel veel installatie is veel aan geprutst.
Net zo belangrijk als co wet
Groeten Theo