
De uitstoot van broeikasgassen in Nederland daalt, maar niet hard genoeg. Als er geen extra maatregelen worden genomen wordt het door de rechter opgelegd Urgenda-doel (25 procent minder broeikasgasemissies) en twee doelen uit het Energieakkoord (14 procent hernieuwbare energie en 100 petajoule minder energiegebruik in 2020) niet gehaald.
Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019. Deze is opgesteld in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), ECN part of TNO en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
In de KEV 2019 is alle vastgestelde en voorgenomen beleid tot 1 mei 2019 meegenomen. Omdat het kabinet pas op 28 juni 2019 het Klimaatakkoord presenteerde en dit nog niet op alle onderdelen voldoende concreet was, kon dat pakket niet volledig worden meegenomen in de KEV. De in het klimaatakkoord aangekondigde afspraken zijn afzonderlijk geanalyseerd in de policy brief ‘Het Klimaatakkoord: effecten en aandachtspunten’, die het PBL gelijktijdig met deze KEV publiceert.
Minder kolen en gas
De Nederlandse energievoorziening gaat de komende jaren sterk veranderen. De bijdrage van conventionele energie aan de economie is teruggezakt als gevolg van de verminderde gaswinning, terwijl de bijdrage van energiebesparing en hernieuwbare energie in de lift zit. De rol van fossiele energie in de energievoorziening, zoals van kolen en gas, wordt veel kleiner. Dat geldt voor de elektriciteitsproductie, maar ook voor de verwarming van onze woningen en gebouwen en het energieverbruik in de land- en tuinbouw.
Na vijftig jaar is een einde gekomen aan de netto export van aardgas. Door de snelle afbouw van de winning van aardgas in Groningen, is Nederland sinds 2018 meer gas gaan importeren dan er geëxporteerd wordt. Naar verwachting neemt het aandeel hernieuwbaar opgewekte elektriciteit de komende jaren spectaculair toe: tot tweederde deel van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie in 2030 (was 15 procent in 2018).