
Nederland bezet een achterhoedeplek in Europa, waar het gaat om de aanwezigheid en invulling van een stelsel dat de kwaliteit van installateurs en de veiligheid van de gasinstallatie borgt. Nergens wordt de markt zo vrijgelaten als in Nederland. Dit constateert de Onderzoeksraad voor de Veiligheid in publicatie Koolmonoxide, onderschat en onbegrepen gevaar. In omringende landen, waar op een vergelijkbare manier gebruik maakt van gasinstallaties is onderhoud verplicht gesteld, worden installaties regelmatig geïnspecteerd, en wordt de vakbekwaamheid van installateurs ook daadwerkelijk getoetst.  Onderstaande afbeelding komt uit het onderzoek.
In ons land worden enkel toestellen van meer dan 100 kW gekeurd, is een erkenningsregeling geen verplichting om aan de gasinstallatie te mogen werken, en is er nauwelijks toezicht. De erkenningsregelingen die er zijn, zoals dit voorjaar gelanceerde OK CV, kent een vrijwillig karakter.
Ook ongevallen met gasinstallaties worden niet verplicht geregistreerd. De branche moet het doen met enkele tellingen die gedaan worden op basis van mediaberichten. Op basis van haar onderzoek concludeert de Onderzoeksraad dat het werkelijke ‘koolmonoxide-probleem’ 3 tot 5 keer groter is dan verondersteld.
Misschien is een bijgeleverde/geintegreerde koolmonoxide melder bij een nieuwe ketel op korte termijn een idee tot dat de nieuwe ketels ook weer uitgerust zijn met een soort TTB als bij open toestellen