Normalisatieinstituut NEN wil het waterzijdig inregelen van een verwarmingsinstallatie vastleggen tot een zogeheten ‘erkende maatregel’. Dit betekent dat er in de toekomst ook certificaten afgegeven kunnen worden voor installaties die volgens de geldende norm afgesteld zijn. Door installaties waterzijdig in te regelen kan aanzienlijk op energieverbruik bespaard worden. Dit gebeurt nu nog weinig.
Het is een kip-ei probleem: de gebouweigenaar gaat er vanuit dat de installateur de verwarming, koeling en ventilatie regelt, en de installateur doet alleen wat er in zijn opdracht staat: de ketel schoonmaken en controleren. Gevolg is dat de kachel in het weekend ook staat te loeien. En dat komt vaker voor dan wordt gedacht.
Oplossing
Er is een oplossing voor dit probleem: biedt bij de inspectie van de ketel ook meteen een inspectie van de installatie aan. Voor een klein extra bedrag – de installateur is er toch al – krijgt de gebouweigenaar dan veel besparing en comfort. Naar verwachting wordt deze investering al na drie maanden terugverdiend. Daarom wordt ook gekeken of dit in de lijst erkende maatregelen opgenomen kan worden.
Een vaste procedure voor het inregelen van het geheel van verwarming, koeling en ventilatie is dan handig. Daarmee wordt vastgelegd wie wat doet en waar de verantwoordelijkheden liggen. Bovendien kan op basis hiervan een (aanvullend) certificaat worden afgegeven.
Den Haag
De besparing kan twintig tot dertig PJ (Peta Joule) per jaar zijn – genoeg om alle huishoudens van een stad als Den Haag van energie (elektriciteit én gas) te voorzien. Dit wordt geconcludeerd op basis van onderzoeken van ECN, van TNO en van de DCMR.
Bij het onderzoek naar de beste oplossing zijn onder andere Uneto-VNI, SCIOS, FME, ISSO en DCMR betrokken.
“Gevolg is dat de kachel in het weekend ook staat te loeien. En dat komt vaker voor dan wordt gedacht.”
Slecht voorbeeld vind ik.
Als door het niet waterzijdig inregelen de kachel blijft loeien.
Het kan wel zuiniger, daar ben ik het roerend mee eens.
De installatie moet wel geschikt gemaakt worden om in te kunnen regelen. Meestal moeten alle radiator kranen vervangen worden omdat anders inregelen niet mogelijk is. Gebouweigenaar krijgt dan te maken met een investering wat men niet wil. Dit is zeker op de particulieren markt. Op de particulieren markt mag het allemaal niks kosten en als het niet verplicht is gebeurt het ook niet.
Er zijn meer kranen dubbel instelbaar dan he denkt. Ik doe niks anders dan waterzijdig inregelen. Bij oudere thermostaatkranen kan eventueel nieuw binnenwerk geplaatst worden de kosten vallen dan reuze mee.
Wanneer het oudere kranen zijn in een bestaande situatie is goed inregelen vrijwel onmogelijk. Het hydraulisch in balans brengen kan alleen goed en doeltreffend met nieuwe hiervoor geschikte (thermostatische) ventielen
Thermostatisch is het bedienend element en begrenst (regelt) niet de volumestroom!
Toch wel, als de waspatroon iets groter word als de temperatuur bijna bereikt is, zal er echt minder flow door heen gaan.Daar bij kun je natuurlijk ook een thermostatisch ventiel dat inregelbaar is…..
Elke euro is er een te veel dat is het moto tegenwoordig
Als EPA W adviseur geef ik heel vaak het advies om waterzijdig te laten inregelen. In de praktijk blijkt dat in deze regio heel veel installateurs dat niet kunnen of zelfs niet eens weten wat het is! (of doen alsof om werk te voorkomen!.
Regelmatig met klanten er over gehad tot dat het financiële plaatje naar voren komt. Gemiddeld 6 tot 8 nieuwe instelbare radiatorkranen en een x aantal uur arbeidsloon.
Er is helemaal geen interesse in dit soort energiebesparingen. Ook bij ketelvervanging dit meenemen is ook geen interesse. Men kijkt kortzichtig en is veelal korte termijn gedachte. Er wordt bij ketelvervanging alleen maar onder aan de streep gekeken en vergeleken om zo goedkoop mogelijk die ketel geïnstalleerd te hebben. De rest, zoals inregelen is eigenlijk noodzaak, maar wordt gezien als bij zaak.
[…] “In Nederland is een besparing van 20-30 Peta Joule per jaar mogelijk door CV’s in te regelen .” – Normeninstituut NEN […]