De omzet van installatiebedrijven was in het eerste kwartaal van dit jaar bijna 10% hoger dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. Het lijkt er op dat de impasses rond stikstof en PFAS de sector niet al te veel schade hebben berokkend.
Dat blijkt uit cijfers die het CBS vandaag publiceerde. Kleine installatiebedrijven tot tien man presteerden zelfs nog iets beter dan grotere ondernemingen. De omzetgroei gaat al enige jaren gestaag door. De laatste keer dat er een omzetdaling werd genoteerd was in het derde kwartaal van 2017, toen de omzet ten opzichte van een jaar eerder kromp met 3,8%.
PFAS en stikstof
Of en hoe de PFAS- en stikstofproblematiek de omzet hebben beïnvloed is niet uit de cijfers herleiden. In het vierde kwartaal van 2019 was de omzetstijging met 5,8% wel wat laag in vergelijking met andere kwartalen, maar een woordvoerder van het CBS zegt dat daar niet de conclusie uit getrokken kan worden dat dat aan de PFAS- of stikstof-problematiek lag.
In datzelfde kwartaal was er in de bouw echter wel een flinke stijging te zien van bouwondernemers die niet nader genoemde ‘belemmeringen‘ ervoeren, en volgens de CBS-woordvoerder is het mogelijk, maar niet zeker, dat PFAS en stikstof deze belemmeringen waren.
Corona-perikelen
Hoe de coronacrisis uitpakt om de omzet van de installatiesector valt pas op te maken uit de cijfers van het tweede en derde kwartaal. Een indicatie dat die veel lager gaan uitvallen is er wel. Dat is op te maken uit het ondernemersvertrouwen van bouwondernemers, dat aan het begin van het tweede kwartaal uit kwam op -10,6, het laagste niveau sinds begin 2014.
Vergeleken met ondernemers in andere bedrijfstakken is het vertrouwen in de bouw nog relatief hoog. Voor het tweede kwartaal verwacht per saldo de helft van de bouwondernemers een lagere omzet te behalen. 20% verwacht een krimp van het personeelsbestand.
