
Branchevereniging Techniek Nederland kan zich niet vinden in de conclusies van minister Eric Wiebes dat waterzijdig inregelen zich nauwelijks laat terugverdienen. En in de Tweede Kamer wil GroenLinks opheldering van de minister.
“Dit komt volstrekt niet overeen met de praktijksituatie waarmee installateurs dagelijks te maken hebben”, zegt Techniek Nederland.
Waterzijdig inregelen stond op het punt om toegelaten te worden tot de lijst erkende energiebesparende maatregelen, die verplicht zijn voor bedrijven en instellingen met een verbruik van meer dan 25.000 m³ gas of 50.000 kWh stroom. Maar minister Wiebes steekt daar nu een stokje voor
Terugverdientijd
De minister had vorig jaar, toen de maatregel door de Tweede Kamer werd aangenomen, aangegeven eerst nog onderzoek te willen doen naar de terugverdientijd van waterzijdig inregelen. Maar dit leek een formaliteit: iedereen ging er van uit dat die onder de vijf jaar zou liggen.
Bij Techniek Nederland ging daarom vorig jaar de vlag al uit. “Onze inspanningen hebben effect gesorteerd”, jubelde voorzitter Doekle Terpstra. Maar dat was voorbarig, want het rapport van Kiwa, dat de minister had besteld, maakt korte metten met de maatregel. Op zijn best laat waterzijdig inregelen zich in 9 jaar terugverdienen, zegt Kiwa, en in sommige gevallen duurt het zelfs 84 jaar.
Stelschroef
Waterzijdig inregelen is sowieso vaak niet een echte ‘maatregel’, zegt minister Wiebes in een brief. Het is eerder een handeling; niet veel meer dan “het eenmalig inregelen met een stelschroef”. En handelingen komen niet in aanmerking voor een plek op de lijst.
In de gevallen dat er wél echt producten moeten worden geïnstalleerd, zoals bij dynamisch waterzijdig inregelen, zijn de terugverdientijden veel te lang en de energiebesparingen te laag, concludeert Kiwa.
Techniek Nederland stelt echter dat verschillende maatregelen die bij het inregelen van een installatie horen in samenhang moeten worden bekeken. Zaken als een weersafhankelijke regeling of een vraagafhankelijke pompregeling horen er dan ook bij. Dat heeft Kiwa niet onderzocht. En daarom zegt Techniek Nederland dat het onderzoek zoals dat nu is uitgevoerd “leidt tot een theoretische situatie die zelden voorkomt”. Volgens Techniek Nederland is de terugverdientijd in utiliteitsgebouwen korter dan 5 jaar en ligt de energiebesparing tussen de 10% en 30%.
Second opinion
Tweede Kamerlid Tom van der Lee kreeg vorig jaar een meerderheid achter het voorstel om waterzijdig inregelen op de lijst te plaatsen. Nu zegt hij “zwaar teleurgesteld” te zijn in de beslissing van de minister om toelating op de lijst te weigeren. “Volgende week vraag ik om een second opinion. Ik wil dat het onderzoek nog eens gebeurt, door een ander onderzoeksbureau.”
Van der Lee: “Ik hoorde eerder al van installateurs die bij de totstandkoming van het rapport betrokken waren, dat het de verkeerde kant uit ging. Dat heb ik toen meteen aan de minister laten weten. De zorgen van die installateurs bleken terecht. De conclusies in dit rapport worden getrokken op basis van berekeningen, theorie, maar ik hoor uit de praktijk heel andere verhalen.”
Handeling vs. maatregel
Dat de meest simpele vorm van inregelen – het bijstellen van wat knoppen – door de minister niet als ‘maatregel’ maar als ‘handeling’ wordt gezien, vindt Van der Lee een “semantische discussie” waar je niet in moet belanden. “Zelfs in de meest optimistische schattingen halen we de energiebesparingsdoelstellingen niet. Laten we het dan afhangen van de precieze betekenis van het woord ‘maatregel’?”
Techniek Nederland staat achter Van der Lee. “We ondersteunen een second opinion. Het is daarbij belangrijk om uit te gaan van de praktijksituatie en ook samenhangende maatregelen te betrekken.”
Herziening Europese gebouwrichtlijn
Minister Wiebes heeft echter nog een reden waarom hij de urgentie niet echt lijkt te voelen. Vanuit Europa komt er namelijk volgend jaar een aanpassing van de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive), in Nederland doorgevoerd in het Bouwbesluit. In die aanpassing komt een plicht om nieuwe cv-installaties goed in te regelen. De minister denkt dat hiermee “belangrijke stappen gezet worden voor de verbetering (van de inregeling) van verwarmingsinstallaties”.
Het lukte Installatie.nl vandaag niet om een reactie te krijgen van Kiwa.
Wat is uw praktijkervaring rondom waterzijdig inregelen?

Waterzijdig inregelen is een vereiste om een installatie te laten werken zoals het moet.
Waterzijdig inregelen is van essentieel belang!
We klagen al 10 tallen jaren over te koud, te warm, teveel lawaai en een hoge energie nota.
Ben er de hele dag mee bezig en zie in de praktijk dat er veel onduidelijkheden zijn.
De installateur weet ook niet waar hij aan toe is.
En we willen toch graag CO2 besparen. Met dit rapport gaan we er juist voor zorgen dat we geen besparingen en duidelijkheid krijgen in de installatie wereld.
Mijn ervaring is binnen 2 jaar heb je de kosten terug verdiend. Inregelen MOET!!!!!
Schandalig dat er over terugverdientijd wordt gesproken!
Volgens mij is het belangrijkste argument dat het vooral de CO2 uitstoot beperkt?!
Warm water wat je niet nodig hebt, moet je niet gaan verwarmen.
Waarom een volle snelkoker water laten koken om er daarna maar een 1/4 van te gebruiken, dat gebeurt er namelijk in een niet WZ ingeregelde installatie.
WZI is net zo belangrijk als een woning isoleren.
De basis voor besparen is zorgen dat je geen of zo min mogelijk energie hoeft te kopen.
Maar….. wie verdient het meeste geld aan ons energieverbruik? Dat hoef ik waarschijnlijk niet te vermelden, dat weet namelijk ieder weldenkend mens.
Beste Henk , je hebt helemaal gelijk . Maar we moeten ook reëel blijven. We gaan uiteraard voor de CO2 besparing . Maar de eindgebruiker vraagt zich af , wat word ik er beter van .
En dat is terugverdien tijd ( minder stookkosten ) en comfort verbetering.