De door minister Asscher van Sociale Zaken ingestelde uniforme vorstverletregeling, met wachttijd van drie weken, ligt fors onder vuur van het bedrijfsleven. De installatiebranche wil vasthouden aan de eigen regeling.
Een groot aantal brancheorganisaties en vakbonden vindt het onacceptabel dat minister Asscher van Sociale Zaken eenzijdig, zonder overleg met de sectoren, heeft besloten een nieuwe vorstverletregeling in te voeren. Bovendien legt de minister hiermee een Tweede Kamer-motie naast zich neer. Zei eisen dat de minister de maatregel intrekt, en met de betrokken branches in overleg gaat voor een maatwerkregeling. Dit betekent een uitstel tot na komende winter.
Wachtijd drie weken
In de uniforme regeling geldt een wachttijd van drie weken, waarbij werkgevers bij streng winterweer het loon van werknemers zelf moet doorbetalen. Tot nu toe kunnen werknemers in de installatiebranche bij vorst een beroep doen op een door de branche zelf bekostigde vorstverletregeling, die vastgelegd is in de CAO. Werknemers krijgen dan direct een tijdelijke WW-uitkering. De regeling wordt door de bedrijfstak zelf opgebracht en door de werkgevers betaald. Het ondernemersrisico is een stuk minder groot dan bij de nieuwe vorstverlet.
Bedrijven in gevaar
Volgens een groot aantal ondernemersorganisatie en vakbonden in de bouw en installatie is de door Asscher ingevoerde regeling onbetaalbaar en brengt het voortbestaan van veel bedrijven in gevaar. De branches eisen daarom dat de minister de nieuwe regeling van tafel haalt en alsnog overleg begint over een voor alle partijen acceptabele oplossing. Deze zou besproken moeten worden in een SER-adviesronde. Dit betekent dat de nieuwe regeling deze winter niet van kracht zou moeten worden.
Steun
De oproep aan de minister wordt gesteund door de AWVN (Algemene Werkgevers Vereniging Nederland), Aannemersfederatie Nederland, FNV Bouw, Uneto-VNI, FME-CWM, Koninklijke Metaalunie, TLN (transport), FNV Metaal, CNV Vakmensen, Vebidak (dakdekkers), OBN (stratenmakers), VOBN (beton- en mortelindustrie), NVKL (Koel- en luchttechniek), FNV Waterbouw, BFBN (betonproducten), NOA (afbouwbedrijven), VIB (isolatiebedrijven), de Vereniging van Waterbouwers en OSB (schoonmaak-en glazenwassersbedrijven).