
Het convenant Meer Met Minder krijgt een vervolg. Volgens Uneto-VNI voorzitter Marcel Engels wordt voor de zomer een tweede convenant ondertekend voor twee jaar. De woningbouwcorporaties doen niet meer mee.
Het eerste convenant Meer Met Minder, liep eind 2011 na drie jaar af. Meer Met Minder-directeur Chris Bruines: “We wachten op het koepelconvenant die de brancheverenigingen met de minister moeten sluiten. De partijen uit de bouw, installatie en energiebedrijven hebben zelf in ieder geval overeenstemming voor het daaronder gelegen sectorconvenant.” Marcel Engels geeft in een groot interview in vakblad Installatie en Sanitair, dat morgen verschijnt, aan dat deze ‘Haagse handtekeningen’ voor de zomer zijn gezet. Engels ging hiervoor onlangs langs bij (nu demissionair) minister Spies. Ook verwacht hij deze zomer nieuws over verplichting van het Energielabel. “Dat betekent dat we op de ingeslagen weg door kunnen, en dat is goed nieuws voor onze lidbedrijven. Energiebesparing in de bebouwde omgeving is en blijft voorlopig hét thema, ook al hebben we de doelstellingen van het eerste convenant niet gehaald. Het gaat om de richting die je als branche inslaat.”
Premieregelingen
De nationale energiebesparingsaanpak Meer Met Minder heeft tot doel om de bestaande woningvoorraad energiezuiniger te maken. De energiebedrijven (Energie Nederland), Bouwend Nederland, Uneto-VNI startten samen met de Rijksoverheid en de corporaties (Aedes) in 2009 met de campagne. De premieregelingen hebben op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau tot energiebesparende maatregelen als HR++ glas, isolatie en verbeteringen aan installaties geleid. Ook heeft het convenant geleid tot innovatieve samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen, zoals E.nu, een samenwerkingsverband dat een initiatief is van Instalnova, TNO, Syntens en Uneto-VNI.
Marktwerking
Over bedragen en subsidiemogelijkheden wordt nog niet gesproken. Wel laat Bruijnes weten dat de Rijksoverheid geen ondertekenaar meer zal zijn van het tweede convenant. “Dit betekent dat Meer Met Minder gedragen moet worden door de markt. Dit betekent dus ook dat we modellen moeten gaan ontwikkelen waarmee het convenant door het gegenereerde werk medegefinancierd gaat worden. Engels: “Meer Met Minder, en E.nu –regionale samenwerkingsverbanden, initiatief van Instalnova, TNO, Syntens en Uneto-VNI- hebben aannemers, isolatiebedrijven en installatiebedrijven uit het traditionele keurslijf gekregen. Die samenwerkingsverbanden zijn nu aan het verzelfstandigen.”
Ook koepelorganisatie voor corporaties Aedes doet niet mee aan de tweede ronde. Dit was al langer een bekend gegeven, zegt Bruijnes. “Het is mij een raadsel waarom Aedes niet mee doet. Maar de activiteiten die Aedes voor de huursector ontwikkelt, kunnen hier dus parallel aan lopen.” Meer Met Minder richt zich vooral op de verbetering van de bestaande woningvoorraad in de particuliere markt.