Pagina 14 van: Bouwspecial Renovatie

14 Bouwspecial Renovatie / 2023
tief voor aardgas kwijt te kunnen. Wij hebben als
Nieman meegeschreven aan de standaard en de
rekensommetjes gedaan. Platgeslagen: vooroor-
logse woningen moeten met 70 graden warm te
stoken zijn, naoorlogse woningen met 50 graden.
Hij heet weliswaar ‘standaard voor woningisola-
tie’, maar het gaat om de warmtebehoefte van de
woning, en dat gaat over veel méér dan thermi-
sche isolatie van de dichte delen. Het is dus geen
lijstje met R
c
-waarden. Dat is niet voor niets: in
veel bestaande woningen ligt isoleren heel lastig.
Neem de productie vanaf de jaren zeventig. Daar
zit al wat isolatie in. Bijblazen van spouwen is een
spannende activiteit en vaak kan het niet. Bij-
isoleren van daken? Wél even opletten dat je niet
rare dingen met het dauwpunt krijgt. Vaak gaat
het goed, maar niet altijd. En als je kijkt naar wat
dat extra isoleren bijdraagt aan het beperken van
het warmteverlies, dan is dat eigenlijk niet zo veel.
De grote vissen zitten bij deze woningen ergens
anders.”
Beter glas en betere kierdichting?
“Die zitten inderdaad (a) in het glas – overal waar
nog geen HR++-glas zit, héél snel je glasleve-
rancier bellen – en (b) kierdichting. Dat is echt
een no-brainer. ‘Constructies moeten ventileren’:
iedereen die dat beweert moet nog even naar
school. Zeker bij geïsoleerde constructies wil je
geen ongewenste luchtstromen in die constructies
hebben. Dus kierdicht bouwen is gewoon kwa-
litatief goed bouwen. En já, dan moet ook (c) je
ventilatie op orde zijn. Kortom: glas, infiltratie en
ventilatie zijn in een heel groot deel van de voor-
raad een belangrijkere focus dan dikke pakken
isolatiemateriaal.”
Ik heb ook zo’n jarenzeventighuis. Kopgevel
Rc 1,5. Bij-isoleren kan alleen als ik ook de gevel
impregneer. Dat is voor de geringe Rc-winst
nogal kostbaar.
“Het blijft wel een groot warmtelek, dus het kan
interessant zijn om een keer te zeggen: ik ga
vérder en met buitengevelisolatie naar R
c
4,5. Dát
ga je merken. Het ligt er dus aan welke ingreep
je voor ogen hebt, wat de mogelijkheden zijn
en wat het natuurlijke moment is. De standaard
stuurt daarom ook op warmtebehoefte, zodat je
de speelruimte hebt die je in alle situaties nodig
hebt. Want je móét inspelen op die situaties. Te
vaak wordt in studies gedacht dat een woning uit
de jaren zeventig nog steeds dezelfde kwaliteit
heeft. Dat is natuurlijk niet zo: er zijn dakkapellen
geplaatst, uitbouwen gepleegd, er is glas vervan-
gen en er staat nu een fantastische ketel in plaats
van een open verbrandingstoestelletje. Dat maakt
inschatten moeilijk. De referentiesituatie heb je
niet goed in beeld.”
Ventileren noem je ook, met dan een vorm van
wtw?
“Bij voorkeur wel. Er zijn twee strategieën. Warm-
teterugwinning levert een grote bijdrage aan het
beperken van de warmtebehoefte, met name
in de woonkamer. Decentraal is dus interessant,
maar er zijn ook centrale systemen die de hoe-
veelheid leidingwerk beperken. Het kan ook met
natuurlijke toevoer, maar dan moet je er wel voor
zorgen dat de roosters open blijven. Dat betekent
(a) de toevoer slim plaatsen en goede moderne
roosters gebruiken en (b) met sensoren sturen op
aanwezigheid en vocht. Zodra je andere venti-
latieconcepten hebt dan ventilatie met warmte-
terugwinning, dan gaat het over het beperken van
de hoeveelheid lucht, om de warmtebehoefte te
beperken. Dan moet je goed nadenken over wat
je doet.”
Thermisch compartimenteren, ofwel je richten
op de warme ruimtes, is dat een goed idee?
“Dat is best een idee en het kan ook prima rijmen
met de standaard, maar die is wel gebaseerd op
de bouwregelgeving. En de bouwregelgeving
zegt: al je verblijfsruimtes moeten op enig mo-
12-13-14-15-16_koploperharmvalk.indd 14 12-04-2023 11:01