Pagina 53 van: Installatie en Sanitair – nummer 02 – 2020

nummer 2 april 2020 | installatie en sanitair 53
Monteurstarieven van 55 tot 65 euro per uur.
Eigenlijk is het niet meer normaal wat we
moeten vragen voor een monteur. Dat kan
anders: ik raad installateurs juist aan om de
monteurstarieven te verlagen!
Veel installateurs vinden het maar raar als
ik ze voorstel om hun monteurstarieven te
verlagen. “Maar
dan ga ik toch
minder verdienen?”, zeggen ze dan. Nee, je
kunt daardoor zelfs meer verdienen op een
project. Maar dan moet je wel je project-
gebonden uren gaan doorberekenen. Vaak
kijken ze me dan wat glazig aan en snappen
dit niet. Meestal vraagt dit om wat extra uitleg.
Neem een project met 100 montage-uren. Gemiddeld komen daar zo’n
20 projectgebonden uren bij. Op de oude manier worden vaak alleen
maar die 100 uur berekend; oftewel 100 x 50 euro is 5.000 euro. Op het
moment dat je ook de projectgebonden uren gaat berekenen zou je het
monteurstarief zelfs met een tientje kunnen verlagen. 100 uur x 40 euro
maakt dan 4.000 euro. Daar bovenop komen dan de projectgebonden
uren tegen een net iets hoger uurtarief, omdat hier meer expertise voor
nodig is: 20 x 50 euro = 1.000 euro. Per saldo kom je dan op hetzelfde
eindbedrag van 5.000 euro uit.
“Maar waarom zou ik zoiets doen?”, hoor ik je al zeggen. Ten eerste om-
dat de klant zo een veel eerlijkere prijs krijgt. Moeilijk werk krijgt zo een
hogere prijs en vice versa. Maar het biedt je ook de mogelijkheid om je
tarieven zelfs iets te verhogen.
Dan nog twee redenen om juist nu te begin-
nen het met doorberekenen van die pro-
jectgebonden uren. In de eerste plaats zit
de economie nu mee. Gezien de krapte in de
markt zullen klanten het doorberekenen van
die uren nu eerder accepteren. Daarnaast is
de verwachting dat het aantal projectgebon-
den uren de komende jaren alleen maar verder ook steeds complexer
worden. Je bent dan een dief van je eigen portemonnee als je die extra
uren niet ddoorrekent aan de klant!
Stefan van Maasakkers is accountant en vennoot bij accountants- en advieskantoor
Rühl Haegens Molenaar, met kantoren in Uden en Venray
www.installatie.nl/maasakkers
Meer verdienen
per project
ondernemen | GELD EN REGELS
Nathan in Zweedse handen
De Zweedse warmtepompfabrikant NIBE neemt 51 procent van de aandelen van Nathan over.
In een later stadium komen ook de resterende aandelen in Zweedse handen.
Over zes jaar is NIBE dan volledig eigenaar. De
overname moet nog wel worden goedgekeurd door
de mededingingsautoriteit. De overnamesom wordt
niet bekend gemaakt. Op dit moment zijn de aande-
len nog in handen van directeuren Wolf Nathan en
Peter Centen. Er werken ongeveer 170 mensen.
Nathan is leverancier van warmtepompoplos-
singen en ook importeur van onder meer de
Alpha-Innotec-warmtepomp, een merk dat sinds
2011 onderdeel is van de NIBE-groep. Ook andere merken die Nathan voert, zoals Rhoss en Metro
Therm, vallen nu al onder het NIBE-concern. NIBE geeft aan dat het bedrijf met de overname beter
in staat is om te groeien in Nederland, België en Luxemburg. Uit het recente Nationaal Warmtepomp
Trendrapport 2020 blijkt dat NIBE en Alpha-Innotec onder installateurs de nu al de twee favoriete
merken zijn, voor bijvoorbeeld Daikin, Techneco en Stiebel Eltron.
Vooralsnog heeft de overname geen personele gevolgen. De directie blijft in ieder geval de eerstko-
mende tijd intact en blijft dus bestaan uit Wolf Nathan, Peter Centen en Engel Muller. Ook het kantoor
van NIBE Energietechniek, in Oosterhout, blijft gewoon bestaan. Vanuit dit kantoor bedient NIBE
Energietechniek de Nederlandse en de Belgische markt. Ook zal de overname niet direct invloed heb-
ben op de merken van Nathan die niet onder de NIBE-vlag vallen, zoals Uponor.
Akkoord over verplicht
verzekeren zzp’er
Zzp’ers moeten in de toekomst verplicht een
arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) heb-
ben. Dat zijn de sociale partners in een akkoord
overeengekomen. Dat blijkt uit stukken in han-
den van het Financieele Dagblad.
De uitkering voor zzp’ers wordt soberder dan
voor werknemers; maximaal 1650 euro bruto
per maand. De premie van de nieuwe verzeke-
ring wordt inkomensafhankelijk, fiscaal aftrek-
baar en ligt naar verwachting tussen 80 en
130 euro, met een geschat maximum van 200
euro bruto per maand. Dit is aanzienlijk minder
dan de kosten voor een verzekering van een
werknemer. Wie een hogere dekking wil, kan
zich bij een verzekeraar aanvullend verzekeren.
Hiervoor geldt geen acceptatieplicht.
De periode die een zzp’er zelf moet overbrug-
gen tot het een uitkering krijgt, is ook van
invloed op de premie. Hoe langer deze wacht-
tijd, hoe lager de premie. Wie niet kiest, krijgt
standaard een jaar wachttijd.
Verlaag die monteurstarieven nou eens!
53_geldenregels.indd 53 12-03-20 12:30