nummer 3 mei 2020 | installatie en sanitair 27
installatie | WARMTEPOMPEN | TEKST: TIJDO VAN DER ZEE
Prefab met bodemlus
Frank Rouwenhorst bij de buitenunit van de LWDV van Alpha Innotec.
De keuze tussen split en monoblock-
warmtepomp is voor Frank Rouwenhorst
van Rouwenhorst Installatietechniek uit
Haaksbergen snel gemaakt. “De monoblock
heeft een beter rendement, vriest niet snel
dicht, heeft een lager geluidsniveau en je hebt
er geen f-gassen-papieren voor nodig. Zo
nodig kan de klant het systeem zelf bijvullen.”
Monoblocks warme broodjes
In 2004 installeerde Rouwenhorst in samenwerking met Nathan zijn
eerste Waterkotte-warmtepomp in de
kruipruimte van een grote nieuwbouw-
woning. “Een prima installatie die de
woning goed warm kreeg. Maar toch:
een warmtepomp in de kruipruimte is
onderhoudstechnisch niet echt ideaal
natuurlijk. Dat zijn typisch van die din-
gen die ik nu, zestien jaar later, anders
aanpak. Mijn rugzak is nu goed gevuld
met kennis.”
Rouwenhorst installeert inmiddels tien-
tallen warmtepompen per jaar, grond-
gebonden en luchtwaterwarmtepom-
pen. “Grondgebonden warmtepompen
hebben technisch gezien mijn voorkeur,
vanwege de hogere COP en omdat ze
stiller zijn, maar je bent wel afhankelijk
van de planning van boorbedrijven en
in de bestaande bouw moet je de boel
echt op zijn kop gooien.”
Rouwenhorst werkt met een stap-
penplan. Bij een aanvraag van een
klant komt hij eerst langs om met een
app van InstalCenter de energetische
kwaliteit van de woning op te nemen.
“Verduurzamen hoeft niet altijd ‘van
het gas af’ te betekenen. Afhankelijk
van de woning én de portemonnee van
de klant, kan je ook kiezen voor zonne-
panelen of zonthermische systemen.”
Als een warmtepomp mogelijk is en
bij het budget past, laat Rouwenhorst
door een adviesbureau een warmte-
transmissieberekening maken, waaruit
precies het benodigde warmtepomp-
vermogen rolt.
Voor in de bestaande bouw heeft hij
een keuzemenu: een grondgebonden
warmtepomp, een all-electric luchtwa-
terwarmtepomp die ook tapwater voor
zijn rekening neemt en een hybride
opstelling waarbij de cv-ketel nog voor
warm water zorgt. “In dat laatste geval
kan je in later stadium altijd nog een
elektrische boiler nemen, in combinatie
met pv-panelen.”
Bij de luchtwaterwarmtepompen geniet
de monoblock absoluut de voorkeur
boven de split-units. “Die laatste zijn
toch vooral omgebouwde airco’s”, zegt
Rouwenhorst. “Bij monoblocks staan de
lamellen wel drie of vier keer verder uit
elkaar dan bij split-units. Dat betekent
dat ze veel minder snel dichtvriezen en
je dus minder energie kwijt bent aan
de ontdooicyclus, die ook nog eens veel
geluid maakt. In ons klimaat met rela-
tief vochtige lucht is bevriezen wel iets
om rekening mee te houden.”
En dan is Rouwenhorst helemaal te
spreken over de LWDV hoogtempera-
tuur warmtepomp van Alpha Innotec,
met propaan als koudemiddel. “We zien
dat er veel mensen zijn die de verwar-
ming via hun bestaande radiatoren wil-
len laten lopen.”
26-27-28-29_warmtepompkwartetinterviews.indd 27 16-04-20 08:55