Pagina 29 van: Installatie en Sanitair – nummer 03 – 2020

installatie | WARMTEPOMPEN | FOTO’S: ANNE VAN DER WOUDEN, HANS PRINSEN, TIJDO VAN DER ZEE, KOOS GROENEWOLD
nummer 3 mei 2020 | installatie en sanitair 29
Inzetten op CO2-warmtepomp
Piet Duinkerke voor een NIBE-bodemwaterwarmtepomp, in een nieuw pand van Wolfswinkel
Reiniging in Maarsbergen.
Het was idealisme, een strategische keuze en
ook een beetje uit nood geboren: vorig jaar
deed Piet Duinkerke van DTI Installatiebedrijf
uit Scherpenzeel het ketelonderhoud over
aan een collega-installateur in de buurt en
daarmee werd tegelijkertijd voor het grootste
deel afscheid genomen van het gastijdperk.
(Bijna) helemaal om
Het afstand doen van mijn vierhon-derd onderhoudscontracten was
best wel spannend”, zegt Duinkerke.
“Het is een vaste inkomstenbron die
wegvalt en ik was ook wel een beetje
bang dat zo’n stap wat arrogant over
zou komen op mijn klanten.” Het
was desondanks de beste beslissing.
“Kijk, de ketels gaan er sowieso uit.
In de nieuwbouw heb je al geen keus
meer en we zijn met een kleine club.
Ketelonderhoud besteedde ik uit aan
zzp’ers en ik kon ook niet makkelijk een
nieuwe servicemonteur vinden. Ik vond
dat we ons dus het beste konden gaan
focussen en vol gaan voor de warmte-
pomp”, zegt Duinkerke.
Bij DTI Installatiebedrijf werken zeven
monteurs, en zitten vier man/vrouw
op kantoor op kantoor. Samen zetten
ze tientallen warmtepompen per jaar
weg. “We werken eigenlijk vooral met
Nibe, omdat het goede machines zijn en
omdat ze zo’n groot assortiment heb-
ben”, zegt Duinkerke. En dat komt goed
uit, want DTI Installatiebedrijf doet ze
allemaal: ventilatieluchtwarmtepom-
pen, luchtwaterwarmtepompen, grond-
gebonden warmtepompen.
“De eerste keer dat we een ventilatie-
luchtwarmtepomp installeerden, ging
het meteen over een project met vijftig
appartementen. Nu hebben we er zo’n
140 draaien. Je ziet dat deze warmte-
pompen bij woningcorporaties behoor-
lijk populair zijn, als ze een duurzame
woningrenovatie doorvoeren. Maar ook
bij passiefhuizen en vakantiewoningen
worden ze gebruikt als er geen koeling
is gewenst. Een warmtepompje van 2
of 6 kW verzorgt in zo’n woning de ver-
warming, ventilatie én verwarmt een
boilervat van 180 liter tapwater; voor de
thermische desinfectie van het tapwater
wordt voor de laatste vier graden wordt
het elektrische element ingeschakeld.”
De nek uitsteken, niet bang om fouten
te maken en altijd transparant zijn
naar je klanten. Dat heeft Duinkerke
gebracht waar hij nu is. In het begin
duizelde het hem wel eens, want er
komt met warmtepompen veel nieuws
op je af. “Ook omdat ik de monitoring
erbij wilde doen.” Maar na verloop van
tijd begon het te rollen. Klanten en
opdrachtgevers kwamen op hém af.
“En zo zijn we ons ook steeds meer
gaan richten op alternatieve bronnen
voor de water/water-warmtepompen.”
In IJmuiden was DTI betrokken bij
een groot project met warmtepom-
pen op basis van warmte uit het
riool, het bedrijf werkt met innova-
tieve warmtewisselaars als de Duitse
Thermogenius-bal, die warmte uit
oppervlaktewater haalt en ook het PVT-
paneel als bron voor warmte (en sinds
kort ook koude) kent inmiddels weinig
geheimen meer voor Duinkerke.
Maar, is de gasketel dan voor honderd
procent uit beeld? “Nee, want we heb-
ben ook hybride opstellingen, met
gasketel en warmtepomp. Dan doen
we de gasketel er natuurlijk wel bij. En
we doen nog service en onderhoud bij
enkele tientallen scholen en andere
grote bedrijven. Ik moet je bekennen
dat het nu toch wel een goed gevoel
geeft om deze nog te kunnen doen.”
“
26-27-28-29_warmtepompkwartetinterviews.indd 29 16-04-20 08:55