Een buffervat vormt steeds vaker het kloppend hart van alternatieve ver-
warmingsinstallaties. Bij een houtge-
stookt verwarmingssysteem is het zelfs
noodzakelijk. De houtkachel met cv-
aftak of (pellet)ketel moet zijn warmte
altijd kwijt kunnen, ook al lopen radia-
toren dicht. Het duurt immers een tijdje
voordat het vuur gedoofd is. Ook bij
grotere warmtepompsystemen waarbij
veel warmwater nodig is, komt een
buffervat in beeld en niet automatisch
een grote boiler. Bij een warmtepomp
met boiler is vaak een buffervat nodig,
zodat er twee vaten in een technische
ruimte staan. Een buffervat is ruimte-
besparend, en je kunt er gemakkelijk
zonnecollectoren op aansluiten die gra-
tis meehelpen met ruimteverwarming.
Een zonnewarmtepompcombi dus, naar
voorbeeld van de zonnegascombi.
Hoe groot is een buffervat?
Buffervaten zijn er in alle soorten en
maten. De warmtebron bepaalt de
grootte; de opwekker moet zo weinig
mogelijk pendelen. Bij houtstookketels
moet per kW aan ketelvermogen zo’n
60 liter systeemwater achter de hand
staan om oververhitting te voorkomen.
Voor een ketel van 20 kW betekent dit
al een buffervat van 1200 liter. Een pel-
letgestookte verwarmingsketel is beter
regelbaar, maar is ook niet onmiddellijk
te temmen als de warmtevraag weg-
valt. Het duurt een kwartier voordat de
laatste pellets in as zijn veranderd. En
al die tijd moet de warmte wel worden
afgevoerd naar het buffervat. Zo’n 25
liter per kW. Voor een pelletketel van
25 kW is 800 liter wel het minimum. Het
aantal start/stops blijft zo beperkt en de
efficiency van pelletketel stijgt. Bij een
warmtepomp geldt een bufferinhoud
van 10 tot 20 liter per kW warmtepomp
vermogen. Bij een modulerende warm-
tepomp mag het laagste vermogen
worden ingevoerd in de rekensom. Voor
een buffervat/boiler gekoppeld aan zon-
necollectoren geldt een grootte van 50
tot 80 liter per m2 collectoroppervlakte.
Welke types zijn er?
Het bekendst zijn buffervaten zonder
toeters en bellen. Die worden gebruikt
bij warmtepompen om pendelen te
voorkomen. Ze zijn vaak niet zo groot.
Grote buffervaten, als onderdeel van
een forse warmtepomp of pelletketel,
hebben vaak één of meer spiralen,
zodat ook tapwater geregeld is. De
opwekker zorgt dan voor een hottop.
De bovenkant van het vat wordt door de
warmtebron permanent op een bepaal-
de temperatuur gehouden, zodat er ook
tapwater geleverd kan worden. Het spi-
raal voor tapwater zit bovenin. Of loopt
helemaal van onder helemaal door naar
boven. Om tapwater te verwarmen moet
de spiraal van RVS zijn. Een tweede
spiraal onderin is geschikt om de zon-
necollectoren op aan te sluiten.
Nadeel van een spiraal voor tapwater
is de geringe opwarmtijd. Zodra de
30 installatie en sanitair | nummer 10 december 2019
installatie | TECHNIEK | TEKST: RICHARD MOOI | FOTO’S: RICHARD MOOI EN INDUSTRIE
Buffervat vaker
kloppend hart
Buffervaten worden steeds vaker toegepast.
Welk type buffervat is nu het meest geschikt
voor een biomassa-installatie. En voor een
warmtepomp? En wat is een hottop eigenlijk?
De meest gestelde vragen rond buffervaten
op een rijtje.
De warmtebron bepaalt de grootte; de opwekker moet zo weinig mogelijk pendelen.
30-31-32_buffervat.indd 30 02-12-19 15:36