Pagina 27 van: Installatie en Sanitair – nummer 10 – 2019
kraan loopt, racet het leidingwater er
doorheen. Voor douchewater van 38
°C moet de top van het buffervat min-
stens 55 °C graden zijn. Ga je uit van
de (verplichte) 55 °C aan het tappunt,
dan moet de top van het buffervat warm
worden gestookt tot minimaal 65-70 °C.
Door de relatief grote drinkwaterinhoud
van een spiraal is een legionellarege-
ling noodzakelijk. Het voordeel is de
eenvoudige aansluiting van het leiding-
water. Een ingang, een uitgang, een
inlaatcombinatie en verder geen extra
componenten. Importeurs vinden het
interessant om vaten met drie spiralen
te laten zien, maar die zijn alleen voor
de procesindustrie nodig.
Wat is een tapwaterstation?
Voor tapwater is er ook nog het tapwa-
terstation. Een pomp onttrekt systeem-
water uit het vat, pompt het over een
platenwisselaartje en voilà, warm
tapwater. Met systeemwater van 46 °C
lukt het dan om douchewater van 38 °C
te maken, ideaal voor warmtepompen.
Bovendien is een grote hoeveelheid
tapwater beschikbaar. Niet onbeperkt
natuurlijk. Als de douchekraan fors
opengaat, jaagt de pomp een grote
hoeveelheid systeemwater over de pla-
tenwisselaar. Het is een doorstroomsy-
steem, zodat de verplichte legionellare-
geling onnodig is. Het nadeel is de extra
componenten zoals pomp, platenwis-
selaar en modulerende aansturing. Bij
buffervaten vanaf een paar duizend liter
is een drinkwaterstation standaard. Die
vaten worden nauwelijks geleverd met
een tapwaterspiraal.
Wat is een tank-in-tank?
Minder bekend is een tank-in-tank-
systeem. Bovenin het buffervat is een
drinkwaterboiler geïnstalleerd. De
boiler is omspoeld met systeemwater
en warmt langzaam op. Het is een een-
voudig aan te sluiten systeem, zonder
externe componenten. Er zijn geen
extra pompen noodzakelijk en geen
limiet in de volumestroom. Wel moet
de top van het buffervat voor een snelle
opwarming van het tapwater warm
gestookt worden. Bij biomassaketels is
dat geen probleem, bij warmtepompen
wel. Meestal is de hoeveelheid drink-
water een kwart van de inhoud van het
buffervat.
En een buffer en boiler in één
behuizing?
Dat kan ook. Het Italiaanse Thermics
maakt deze. Er is geen fysiek contact
van het water tussen beide vaten. In
de boiler van 300 liter is een spiraal
gemonteerd om de warmtepomp op aan
te sluiten. Een tweede spiraal voor zon-
necollectoren ontbreekt. Het buffervat
onderin heeft een inhoud van 100 liter
en dat is zelfs voor een modulerende
warmtepomp in grotere woningen
voldoende. Een mooie oplossing bij
beperkte ruimte.
Is het altijd slim om
zonnecollectoren op het
buffervat aan te sluiten?
Nee, zeker niet bij grote vaten voor een
houtgestookte cv-ketel. Je hebt dan
vaak een buffer van 1500 of 2000 liter.
Sluit je daar standaard zonnecollecto-
ren op aan van 3 m2, dan lukt het vaak
niet om het vat lekker op te warmen. Je
hebt in de zomer vaak maar water van
30 of 40 °C in het vat en de pelletketel
of warmtepomp moet toch naverwar-
men. Een aparte boiler met zonnespi-
raal van 200 of 300 liter is zomers veel
sneller op temperatuur, zodat er geen
naverwarming nodig is. Het nadeel: je
hebt dan wel een tweede vat in de tech-
nische ruimte staan en ook een rege-
ling en pomp die water uit het buffer
naar de boiler pompt.
Is er nog een reden dat een
aparte boiler handig is?
Ja, als het buffervat een eind van de
douche is verwijderd. Het duurt dan erg
lang voordat warm tapwater bij de dou-
chekraan of keukenkraan arriveert. Dat
is het geval als de pelletketel en buffer-
Een buffervat
met gelaagdheid
kent een hoger sy-
steemrendement.
Een gaatjesplaat
dempt turbulentie in
het vat.
In Duitsland is een buffervat met HR-ketel ook best wel populair.
Een zonnespiraal onderin, en de cv-ketel die voor een hottop zorgt. Hier
Remeha’s TzerraSol met 700 liter.
Buffervat met RVS-drinkwaterspi-
raal en tweede spiraal onderin voor
zonnecollectoren.
Het Italiaanse Thermics
maakt vaten met een boiler en
buffervat in één behuizing.
nummer 10 december 2019 | installatie en sanitair 31
>>
30-31-32_buffervat.indd 31 02-12-19 15:36