Pagina 53 van: Installatie en Sanitair – nummer 10 – 2019

nummer 10 december 2019 | installatie en sanitair 57
Een opvallende uitkomst van onze jaarlijk-
se benchmark: goed presterende instal-
latiebedrijven hebben lagere loonkosten
dan slecht presterende. Terwijl ze hun
personeel wel meer kunnen betalen! Rara,
hoe kan dat?
Het scheelt niet veel. Maar de lonen bij
slecht presterende installatiebedrijven
liggen net iets
hoger dan bij goed presterende. Opmerkelijk,
vonden wij. Hoe dat komt? Dat heeft te maken
met het verloop van het personeel. Bij slecht
presterende bedrijven is er meer verloop dan
bij bedrijven die het goed doen. Vaak is het daar
minder leuk werken, omdat het er minder goed georganiseerd is. Met
als gevolg dat ze ergens anders gaan werken. Op het moment dat je
nieuwe mensen moet aannemen kost dat direct 400 tot 500 euro per
maand meer. Zeker met de schaarste van nu.
Wist je trouwens dat de hoogte van het salaris bij de meeste werkne-
mers helemaal niet het belangrijkste is? Neem bijvoorbeeld een mon-
teur bij een slecht presterend bedrijf. Als hij mopperend op kantoor
komt – omdat het weer zo’n bende is – krijgt hij er gemakkelijk 100
euro per maand bij. Maar twee maanden later, vertrekt hij alsnog. Ge-
woon omdat hij het bij dat bedrijf niet meer naar zijn zin heeft.
Maar gaat het bij het personeel dan helemaal niet om het salaris?
Natuurlijk wel. Dat salaris moet gewoon goed zijn. Maar inderdaad
gaat het vaak om heel andere dingen. Bijvoorbeeld dat een bedrijf
goed georganiseerd is, dat je mooie projecten mag maken en dat het
gewoon leuk werken is. Daarnaast zijn ook nog een aantal andere fac-
toren belangrijk. Daar is veel onderzoek naar gedaan. Bijvoorbeeld de
waardering voor het werk dat je doet. Dus dat
je regelmatig een schouderklopje krijgt. Maar
ook vrijheid is een belangrijke factor. Geef je
bijvoorbeeld een monteur de mogelijkheid om
op kantoor door te groeien naar werkvoorberei-
der? Of is een werknemer op woensdagmiddag
standaard een uurtje eerder vrij, zodat hij met zijn zoontje naar de
voetbaltraining kan? Juist dat soort kleine dingen die betalen zich hard
terug. En zijn voor een werknemer veel belangrijker dan een salaris-
verhoging!
Stefan van Maasakkers is accountant en vennoot bij accountants- en advieskantoor
Rühl Haegens Molenaar, met kantoren in Uden en Venray
www.installatie.nl/maasakkers
Salaris is niet
het belangrijkste
ondernemen | GELD EN REGELS
Miljoenen extra voor duurzaam alternatief
De subsidieregeling voor warmtepompen, zonneboilers, biomassaketels en pelletkachels
wordt dit jaar opgehoogd met 60 miljoen euro. Dat betekent dat er niet 100 miljoen euro in de
pot zit voor 2019, maar 160 miljoen euro.
Dat maakte minister Eric Wiebes van
Economische Zaken bekend nadat het PBL de
Nationale Energie Verkenning (NEV) had gepu-
bliceerd, waaruit blijkt dat het doel van 25 pro-
cent minder CO2-uitstoot in 2020 niet gehaald
wordt. “Hiermee wordt op korte termijn nog
extra hernieuwbare energie gerealiseerd”, aldus
Wiebes.
Het gaat om een ophoging van de
Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE),
die huishoudens en zakelijke gebruikers een
tegemoetkoming in de aanschaf van duurzame kleinschalige warmteopties biedt.
Het kabinet stelt een subsidieronde beschikbaar voor projecten in hernieuwbare energie via de zoge-
heten SDE. Deze extra openstellingsronde wordt gefinancierd uit het niet-benutte budget van de
openstellingsronden in het voorjaar en najaar van 2019. Dit gaat niet ten koste van de openstellings-
ronde van de verbrede SDE++ in 2020. Het kabinet wil de plaatsing van zonnepanelen op gebouwen
van de overheid, scholen en bij particulieren versnellen.
‘Halveer de norm lood in
drinkwater’
De maximale hoeveelheid lood in drinkwater
moet gehalveerd worden, van 10 µg/l nu, naar
5 µg/l. Dat adviseert de Gezondheidsraad in het
rapport ‘Loodinname via kraanwater’. Bij lang-
durige blootstelling aan hogere concentraties
lood in het drinkwater lopen kleine kinderen
het risico van een verlaagd IQ. Bij volwassenen
is er kans op chronische nierziekte en bloed-
drukverhoging.
Nederland zou volgens de Gezondheidsraad in
Europa moeten pleiten voor deze lagere norm.
De norm van 5 µg/l. zou dan in de vernieuwde
Europese Drinkwaterrichtlijn worden opge-
nomen, die door alle Europese lidstaten moet
worden overgenomen. Dit is nu al het uitgangs-
punt in de conceptrichtlijn (met een overgangs-
periode van tien jaar), maar niet iedereen is het
hiermee eens. Zo pleiten de Europese drinkwa-
terbedrijven voor het handhaven van de huidige
norm van 10 µg/l.
Goed bedrijf = lagere loonkosten
57_geldenregels.indd 57 02-12-19 15:45