Pagina 8 van: Installatie en Sanitair – nummer 4 – 2019

Voor veel geld laat een consument zijn bad-
kamer verbouwen. Als de klus klaar is, kan
de consument gaan genieten. Maar het blijkt
het begin te zijn van een periode vol ellende
en ergernis. Een kleine greep: het stucwerk
op de wanden deugt niet, want er zijn lopers
zichtbaar en oneffenheden. Bovendien zijn
de hoeken ongelijk. Achter het toilet is een
tegel losgesprongen; op de douchevloer is
de afdruk van een voetstap zichtbaar en
de kitnaden aan de afscheidingen
met plafond en tegelwerk zijn niet
goed aangebracht. De deskundige,
die door de Geschillencommissie is
ingeschakeld, onderschrijft de klach-
ten. De installateur wordt met deze
waslijst geconfronteerd, maar is
niet onder de indruk. Volgens hem is
het stucwerk correct en waterdicht
aangebracht. Hij is het volstrekt
oneens met het rapport van de des-
kundige. Sterker nog: de deskundige
heeft volgens hem onvoldoende
kennis van het toegepaste stucwerk.
Bovendien is het rapport technisch niet onder-
bouwd. Op eigen kosten schakelt de installa-
teur een expertisebureau in om die een oordeel
te laten geven. Hij vraagt de commissie om
even dit rapport af te wachten om pas daarna
tot een behandeling te komen. De commissie
gaat hiermee akkoord. Vlak vóór de geplande
hoorzitting ontvangt de commissie een brief
van de installateur. Bij de brief zit een experti-
serapport en de installateur deelt daarbij mee
dat de klachten van de consument gegrond
zijn. Hij biedt direct aan om de herstelwerk-
zaamheden uit te voeren. De conclusie is
duidelijk: de consument had dus gelijk met
zijn klachten. De commissie besluit dat de
installateur het stucwerk zodanig moet aan-
pakken dat het voor de consument accep-
tabel is en dat het vooral gelijkmatig wordt
aangebracht. Hiervoor moet eerst het nodige
voorwerk worden verricht en moet hij voor
afscherming en schoonmaak zor-
gen. Verder moet hij alle kitwerken
en kitranden afwerken. Ook dient
de voetafdruk te worden wegge-
werkt. Om de loszittende tegel te
kunnen verwijderen, zal de instal-
lateur eerst het toilet demonteren,
dan de ondergrond gelijk maken en
de tegel opnieuw aanbrengen en
afwerken. Uiteraard volgt daarna
weer de montage en aansluiting
van het toilet. Voor al deze werk-
zaamheden mag de installateur
geen kosten in rekening brengen.
arbitrageWaslijst aan klachten na oplevering badkamer
JOURNAAL
Module maakt buitenunit inpandig
De iCEM van Factory Zero, conceptaanbieder van verduurzamingsskids voor nieuwe en
bestaande woningen, komt met een variant waarbij de buitenunit van de warmtepomp
inpandig is opgesteld. De variant is ontwikkeld voor woningen waar een buitenopstelling
van de lucht/water-warmtepomp geen optie is, bijvoorbeeld bij hoogbouw.
De skid was te zien op Building Holland. De iCEM (Integrated
Climate and Energy Module) is een samenwerking van ABB,
Alklima (Mitsubishi), Brink Climate systems, Enervalis, RC Panels,
Ubbink en WTH en wordt geproduceerd door Factory Zero. De
module, waarin dus alle techniek in op een klein oppervlak is
samengebracht, herbergt ventilatie-wtw, warmtepomp, voor-
raadvat, omvormers en regeltechniek. Dergelijke modules worden
vooral ingezet bij grootschalige renovaties. Factory Zero mikt met
de modules vooral op de honderdduizenden corporatiewoningen
die de komende tijd verduurzaamd moeten worden.
De iCEM is er al in een binnenvariant die voor of achter een woning
kan worden gezet en een variant die op de zolder geplaatst wordt. In dit laatste geval steekt de
buitenunit door het dakvlak heen. De inpandige variant is aan de binnenzijde extra geïsoleerd. De
gevelafwerking gebeurt met een rooster, dat wel genoeg luchtdebiet geeft voor de aanvoer voor de
warmte-uitwisseling.
Gasadsorptie-
warmtepomp op
doorbraakpunt
Een verwarmingstoestel voor bestaande wonin-
gen dat tientallen procenten meer energie uit
een kuub gas haalt dan de toch al energie-
zuinige HR-ketel: het Twentse bedrijf Cooll
werkt aan een gasadsorptiewarmtepomp die
precies dit belooft. Al negen jaar werkt Cooll
Sustainable Energy Solutions, een spin-off
van de Universiteit Twente, gestaag door aan
het product, dat consumenten direct kunnen
gebruiken als vervanging van hun huidige ketel,
zonder al te veel rompslomp en meerkosten.
De initiële investering zal wat hoger zijn, maar
door de lagere energielasten, zal die in een
jaar of vijf zijn terugverdiend, zegt directeur
Johannes Burger. “Als alles volgens planning
verloopt kan de warmtepomp in 2022 of 2023
de markt op.”
12 installatie en sanitair | nummer 4 juni 2019
12.indd 12 06-05-19 13:36