Pagina 22 van: Installatie en Sanitair – nummer 5 – 2019

alleen – waarschijnlijk – iets eenvou-
diger. Het bedrijfscertificaat draait om
het kwaliteitshandboek. Daarin borgt
het bedrijf de kennis van de monteurs,
dat het de benodigde gereedschappen
bezit en de meetinstrumenten regelma-
tig kalibreert.
De verwachting is dat brancheorga-
nisatie Techniek Nederland complete
blauwdrukken beschikbaar stelt (het
model kwaliteitshandboek) aan leden
die alleen nog maar bedrijfskenmerken
hoeven in te voeren. Bij certificering
hoort ook een auditbezoek van een
certificerende instelling (CI) die alles
nog eens naloopt en eventuele steek-
>> proeven op locatie neemt. De kosten
van de bedrijfscertificering zijn nog
niet bekend, mailt Dick Reijman van
Techniek Nederland. “Bij koeltech-
niek- en warmtepompcertificering zien
we hiervoor facturen van 1.000 – 2.000
euro die in rekening worden gebracht
bij mkb’ers en zzp’ers. De certificering
moet haalbaar en betaalbaar moet
zijn voor álle bedrijven.” Welke CI’s de
certificaten afgeven, wordt de tweede
helft van dit jaar duidelijk. Techniek
Nederland wil dat een CI pas na drie
jaar opnieuw langkomt voor een audit.
ROVC komt in september, als eerste
opleider, met een cursus die monteurs
voorbereidt op het online theorie-
examen. Het wordt een eendaagse
examentraining (395 euro) die vanaf
september in Ede en Rotterdam wordt
gegeven. De opleider sluit niet uit dat
tegen de deadline zomer 2021 er mas-
sale belangstelling is, waardoor in heel
Nederland de training wordt gegeven.
ROVC denkt dat één dag voldoende is
om een monteur voor te bereiden op
het theorie-examen. Dezelfde dag nog
leggen de cursisten het online examen
af. Ze kunnen bij een goed eindresultaat
zich melden bij één van de vestigingen
van de praktijkopleider InstallatieWerk.
ROVC verwacht dat training voor het
praktijkexamen niet nodig is, omdat
monteurs het werk dagelijks doen.
Doodsteek
De vraag is ook of de bedrijfscer-
tificering de doodsteek wordt voor
ketelonderhoud en -aanleg van klei-
nere installatiebedrijven. Vooral de
bedrijfscertificering is kostbaar. Bij
een bestand met 20.000 toestellen
werkt dat nauwelijks prijsverhogend,
wel bij een dorpsinstallateur met 120
ketels van vaste opdrachtgevers. De
minister schrijft in een brief dat ketel-
eigenaren rekening moeten houden
met een prijsstijging van ‘7,50 euro
voor een onderhoudsbeurt en 45 euro
voor de aanleg van een nieuwe instal-
latie.’ Maar dat is natuurlijk per bedrijf
verschillend. Krijgen we de situatie
zoals in het Verenigd Koninkrijk waar
ketelaanleg en -onderhoud onder een
paar grote partijen (energiebedrijven
vooral) is verdeeld en dat de loodgieter
in het dorp alleen nog maar bij minder
verfijnde werkzaamheden mag komen
opdagen? In ieder geval zijn alle instal-
lateurs daar dan schuldig aan, want ze
hebben in koor aangedrongen op het
aanpakken van ‘beunhazen’.
Minister Kajsa Ollongren kreeg van
de Tweede Kamer eind mei nog een
opdracht mee: ga eerst een MKB-toets
uitvoeren, zodat we zeker weten dat
de nieuwe wet de kleine bedrijven niet
te hard raakt. De minister wilde dit
eigenlijk niet. Ze zei dat er al erg veel
rekening gehouden was met kleine
installatiebedrijven. Maar daar was de
Tweede Kamer het niet mee eens. Dick
Reijman: “Op basis van de toets wordt
duidelijk of de kosten en de lastendruk
niet disproportioneel hoog zijn voor
kleine bedrijven en zzp‘ers. Als blijkt
dat dat het geval is, zullen wij bij het
ministerie en de politiek aandringen op
maatregelen om die kosten omlaag te
brengen.”<<
Lastig, het praktijkexamen: het Combinatie-
Luchttoevoer-Verbrandingsgas-afvoersysteem
(CLV).
26 installatie en sanitair | nummer 5 juli 2019
Niet geregeld: handhaving
Verplichte certificering hangt of valt met de handhaving.
Tot nu toe is iedereen erg enthousiast over de plannen,
maar de praktijk leert dat zonder stelselmatige controle
in Nederland regels worden overtreden. En handha-
ving is vaag geregeld. Gemeenten krijgen die taak op
zich, om te kijken of ketels niet door beunhazen worden
geïnstalleerd of onderhouden. Ze zullen vooral afgaan
op verklikmeldingen van consumenten of installateurs.
Gemeenten krijgen geen extra geld voor handhaving, ant-
woordde minister Kajsa Ollongren tijdens de behandeling
van het wetsvoorstel. Uit beantwoording van vragen van
Tweede Kamerleden blijkt dat het ook lastig is – zo niet
onmogelijk – voor gemeenten om achter de voordeur te
kijken. Zelf denkt het kabinet dat handhaving nauwelijks
nodig is. We citeren even een sterk staaltje wensdenken
uit het wetsvoorstel. “Enerzijds zal er naar verwachting
slechts een zeer beperkte toename aan meldingen zijn in
verband met illegaal uitgevoerde werkzaamheden waarop
de gemeente moet acteren. Anderzijds wordt verwacht
dat door de erkenningsregeling gasverbrandingstoestel-
len in toenemende mate voldoen aan de technische eisen
en dus minder aanleiding geven tot signalen richting
gemeenten. Hierdoor wordt verwacht dat er per saldo
geen sprake zal zijn van een wezenlijke toename aan
meldingen van mogelijke overtreding.”
installatie | REGELGEVING
‘Certificering: simpel
en niet te duur’
24-25-26_updatecertificering.indd 26 07-06-19 11:46