Pagina 45 van: Installatie en Sanitair – nummer 6 – 2019

nummer 6 augustus 2019 | installatie en sanitair 49
Veel min of meer vermogende belastingplichti-
gen mopperen al jaren over de in hun ogen veel
te hoge belastingheffing in Box 3. Eén daarvan
is Arthur, een enigszins op leeftijd zijnde, ri-
sicomijdende man. Beleggen in aandelen en
aanverwante volatiele producten is voor de ‘snelle jongens’, niet voor
hem. Hij zet zijn vermogen liever op spaar-
rekeningen. Bij verschillende banken uiter-
aard, want je weet maar nooit. Dat lage risico
gaat, zeker de afgelopen jaren, natuurlijk ge-
paard met een zeer laag rendement. Zeker-
heid heeft nu eenmaal een prijs. Maar wat
hem boos maakt is de overheid. Of beter gezegd, de door de overheid
geheven belasting op zijn vermogen in Box 3. Die belasting is (veel)
hoger dan zijn werkelijk behaalde rendement. “Dat mag toch niet, dat
is diefstal.” Daarom is door Arthur, en vele anderen met hem, massaal
bezwaar gemaakt wegens schending van hun eigendomsrecht. In de
gerechtelijke procedure die volgde kwam op 14 juni de uitspraak. En
ze kregen gelijk. Volgens de Hoge Raad is de heffing in Box 3 in 2013
en 2014 inderdaad een inbreuk op het recht van eigendom, omdat het
in die die jaren gehanteerde forfaitaire rendement van 4 procent niet
haalbaar is voor risicomijdende beleggingen. Maar toch trekken Arthur
en de zijnen aan het kortste eind. Want de Hoge Raad acht zichzelf
tegelijkertijd niet bevoegd om het Box 3-systeem aan te passen. Die
bevoegdheid is voorbehouden aan de wetgever. De bestreden aansla-
gen blijven dus toch in stand. De slag gewonnen, maar de oorlog verlo-
ren. Op het eerste gezicht lijkt dit een vreemde uitspraak van de Hoge
Raad. Maar wie langer over deze uitspraak nadenkt, ziet wellicht de
achtergrond daarvan. Ik probeer het uit te leggen. Lang geleden, toen
ik net begon aan mijn studie rechten, werd mij
verteld over de ‘Trias Politica’ van Montesquieu.
Hij stelde dat, door de wetgevende macht, de
uitvoerende macht en de rechtsprekende macht
van elkaar te scheiden, wordt voorkomen dat
één van deze machten de overhand kan krijgen.
Deze ‘driemachtenleer’ is voor Thorbecke in 1848 de leidraad geweest
toen hij de Nederlandse Grondwet schreef. Daarmee is het een zéér be-
langrijk fundament onder onze rechtsstaat. Lekker belangrijk, hoor ik
u zeggen. En vooral theoretisch. Nou, dat ligt toch even anders. Het is
namelijk precies de theorie op grond waarvan de Hoge Raad nu Arthur
en zijn companen, ondanks hun gelijk, niet kon helpen. Want de rechter
spreekt recht, maar maakt niet de wet.
Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl
De slag gewonnen,
de oorlog verloren
ondernemen | GELD EN REGELS
BENG-eisen worden tóch strenger
Minister Ollongren heeft de definitieve BENG-eisen bekend gemaakt. De eerste BENG-eis is
aangescherpt en wordt gedifferentieerd bepaald, waarbij voor een tussenwoning een gebouw-
gebonden energieverbruik van maximaal 55 kWh/m2 per jaar gaat gelden.
Ook worden er maxima gesteld aan de tempera-
tuursoverschrijding in de zomer en de snelheid van
verse ventilatielucht om een comfortabel en gezond
binnenklimaat te bereiken. Ingangsdatum: 1 juli
2020.
De minister ziet het belang van extra aandacht voor
wooncomfort en een gezond binnenklimaat. In zeer
goed geïsoleerde woningen is een gezond binnenkli-
maat in grote mate afhankelijk van de voorzieningen
voor luchtverversing in gebouwen. Veel bewoners hebben de neiging om bij tocht de ventilatieope-
ningen af te sluiten, waardoor er een voor de gezondheid nadelige situatie kan ontstaan. Om dit
te voorkomen is er een maximum gesteld aan luchtsnelheid van verse (koude) ventilatielucht in
gebouwen, zodat er geen tochtoverlast wordt ervaren.
Om oververhitting in de zomer tegen te gaan, is er in de berekeningsmethode NTA 8800 een para-
meter (TOjuli) opgenomen die het risico hierop inschat. Voor woningen die niet worden uitgerust
met actieve koelsystemen, zal in de regelgeving een grenswaarde worden opgenomen aan het
maximum van deze TOjuli.
231 miljoen euro naar
vmbo-techniek
Het ministerie van onderwijs en wetenschappen
gaat 231 miljoen euro uitgeven aan stimulering
van het vmbo-techniekonderwijs. In 45 regio’s
zijn de plannen al goedgekeurd, de rest krijgt
tijd tot 1 oktober.
De uitgave is een gevolg van het Regeer-
akkoord, waarin 100 miljoen extra werd uit-
getrokken voor het techniekonderwijs. De
regeringspartijen constateren dat er te weinig
mensen op mbo-niveau in technische beroepen
worden opgeleid, onder andere omdat er op de
vmbo’s te weinig gekozen wordt voor de tech-
niek door het toch al krimpende aantal leer-
lingen. Minister Arie Slob nodigde daarop vorig
jaar de scholen uit om per regio een plan te
maken. Daarin zouden bedrijfsleven, beroeps-
onderwijs en vmbo gezamenlijk moeten optrek-
ken. De plannen moesten gericht zijn op het
verbeteren van het onderwijs en op de werving
van nieuwe leerlingen.
Box 3: “dat is toch diefstal!”
49_geldenregels.indd 49 19-08-19 17:15