Pagina 18 van: Installatie en Sanitair – nummer 7 – 2019

Het principe is eeuwenoud: samen sta je sterker. Bedrijven staan dan
sterker in onderhandeling met fabri-
kanten en groothandel om het gunstig-
ste prijskaartje: een puike factuurkor-
ting, projectvoordelen en bonussen. Hét
bestaansrecht van de tientallen inkoop-
organisaties die installatieland rijk is.
Met name kleine installateurs profite-
ren van de schaalgrootte, wat tientallen
procenten schelen. In een markt met
enkele procenten marge, is elk inkoop-
procentje directe winst.
Tientallen inkoopclubs
De w-installatiemarkt heeft tiental-
len inkooporganisaties, die voor hun
installateurs de inkoopkastanjes uit
het vuur halen. Coöperaties, besloten
vennoten, franchise-organisaties, com-
merciële inkoopbedrijven, maar ook
kleine samenwerkingsverbandjes ver-
tegenwoordigen een inkoopkracht van
honderden miljoenen euro’s, grofweg
een kleine kwart van de markt en zijn
daardoor machtige partijen in instal-
latieland.
Fabrikanten willen ‘voorkeursleveran-
cier’ zijn. Groothandelaren wordt met
de collectiviteit het vuur prijstechnisch
aan de schenen gelegd. Maar zij hebben
ook baat bij de rust, de betalingsmores
en het volume van een inkooporganisa-
tie. Geen gebakkelei over elke bestel-
ling, maar duidelijkheid, continuïteit en
geautomatiseerde processen. Wat wél
volgt is een woud aan afspraken, condi-
ties, inkoopkortingen en bonusstructu-
ren en onderhandelingen waar ook het
mes op tafel komt.
Prijsvoordeel verschilt
Het prijsvoordeel voor installateurs? “Ik
schat dat een installateur gemiddeld
5 tot 15 procent bespaart ten opzichte
van rechtstreekse inkoop”, zegt
inkoopdirecteur Ton Sprenger van Abel
Installaties, een van de collectieven
met de meeste leden (245), van klein
tot middelgroot. Voor een bedrijf dat
met tien mensen pak hem beet 4,5 ton
inkoopt toch een aardig bedrag. Toch
is het totale inkoopvolume naar schat-
ting nog geen kwart van de totale markt
voor w-installaties. Grotere bedrijven,
zo rond de honderd mensen, pakken
ongeveer 4 tot 6 procent voordeel op
condities ten opzichte van zelf inkopen,
is de schatting van Klaas van der Wal,
commercieel verantwoordelijke bij NiCI
(40 leden, met een volume van 25 mil-
joen euro).
Inkooporganisaties zijn ook verzame-
lingen van zielsverwanten die elkaar
niet bijten. Bedrijven die qua structuur
en mores bij elkaar passen. Mooi voor-
beeld is INKA, dat al meer dan honderd
jaar bestaat. De 23 installateurs, samen
goed voor ruim 120 miljoen euro aan
inkoopkracht, zijn allemaal familiebe-
drijven in een besloten commanditaire
vennootschap. Ze beslissen dan ook
samen wie er al dan niet bij komt. Er is
een vorm van clubgevoel.
Meer dan de prijsjes
De meeste inkoopclubs gaan steeds
meer prat op ondersteunende diensten,
zoals deze van oudsher bij franchise-
formules worden toegepast. Zo verzor-
gen bijvoorbeeld de formules van de IGM
Groep, maar ook Baden+, Sanidrõme
en Abel Installatie in toenemende mate
marketinginstrumenten richting consu-
ment: ze kunnen websites bouwen, deze
vullen met informatie, landelijke acties
uitrollen en folders en flyers drukken in
de eigen huisstijl. Ook vangen zij leads
af: consumenten die online hun gege-
vens achterlaten. Deze doorsluis vormt
een belangrijke toegevoegde waarde.
Maar denk ook aan het bouwen van ken-
nisbanken, offertetools, advies-apps en
software voor bedrijfsvoering.
Geen tijd voor
Dit zijn zaken waar het klein- en mid-
delbedrijf zelf vaak niet aan toe komt,
of de knowhow niet voor in huis heeft.
“We zijn een traditionele markt, met
techneuten die met een goed plan en
goede begeleiding véél beter kunnen
renderen”, zegt formulemanager Aram
van Jaarsveld van InstalCenter. Deze
formule (39 vestigingen) richt zich op
de ‘regionale helden’ met een loket-
functie, die ook klanten ontvangen en
de focus hebben op duurzaamheid.
Inkooporganisaties leveren wat de
leden zelfstandig niet kunnen of willen.
22 installatie en sanitair | nummer 7 september 2019
installatie | INKOOP | TEKST: EDDY BUITING | ILLUSTRATIE: PENNESTREEK/TONY TATI
Collectieve kracht
Inkooporganisaties kunnen met volume scherpe prijzen en goede
condities afdwingen, maar hebben ook nog het imago van strijkstokken en
ondoorzichtigheid. Dat verandert. Kennisuitwisseling, diensten en data zijn
belangrijke nieuwe pijlers onder de samenwerkingsverbanden. Het mes
snijdt aan vele kanten en zit vaak tussen de tanden.
Wat blijft er aan
strijkstok hangen?
22-23-24-25_inkoop.indd 22 09-09-19 15:26