Pagina 11 van: Installatie en Sanitair – nummer 8 – 2019

De verwarmingsinstallatie van een huurat
vertoont kuren. Om te voorkomen dat de
huurders straks met kerstmis in de kou zit-
ten, schakelt de verhuurder een installateur
in. De overeenkomst wordt afgesloten in
november. Pas in maart is de installateur
denitief klaar. In de tussentijd zitten de
huurders zonder adequate verwarming. Een
deel van die periode – toen de installateur
bezig was – zijn de huurders op initiatief
van de verhuurder ondergebracht in een
hotel. Dat leidde tot de nodige kopzorgen én
extra uitgaven voor de verhuurder. Daarom
besloot hij een deel van de nota’s niet te
betalen. Tijdens de hoorzitting vertelt de
installateur dat hij was benaderd om een
lekkage in het verwarmingssysteem te ver-
helpen en dat hij daarvoor de nodige tijd
wilde claimen. Om eventuele ongemakken
te voorkomen, stelde hij voor om elektrische
kacheltjes te plaatsen. De opdrachtgever had
hier geen oren naar en wees dit aanbod af.
Vóór de feestdagen was de lekkage verhol-
pen. Hiermee was de kous echter nog niet
af. In februari namelijk kwam er een melding
binnen dat het systeem op de zolderverdie-
ping van het appartementencomplex niet zou
werken. De bestaande radiatoren bleken te
klein om bij ijzige wind de temperatuur hoog
genoeg te krijgen. Voor het vervangen van de
radiatoren bracht de installateur een oerte
uit, maar er volgde geen opdracht. Wat volgde
was een discussie over het betalen van de
facturen. Omdat de opdrachtgever in gebreke
bleef, werd een incassobureau ingeschakeld.
De installateur legt aan de leden van de
Geschillencommissie uit dat hij nog steeds
niet begrijpt wat hij verkeerd gedaan heeft.
Of waarom hij de hotelrekening zou moeten
betalen. Hij heeft het idee dat de verhuurder
allerlei smoesjes bedenkt om maar niet te
betalen. De commissie hoort het aan en ziet
geen aanwijzingen dat de installateur iets
te verwijten valt. De werkzaamheden had-
den niet anders of sneller kunnen worden
uitgevoerd. Er is geen enkele reden om de
hotelkosten te verhalen op de installateur.
De beslissing om de huurders tijdelijk elders
onder te brengen, is volledig op initiatief van
de verhuurder gebeurd. De problemen op de
zolderverdieping hadden te maken met de
capaciteit van de radiatoren. Vervelend voor
de huurders, maar dat mag je volgens de
commissie niet in de schoenen schuiven van
de installateur. De slotsom is dat de commis-
sie van oordeel is dat er geen reden is om de
installateur te laten opdraaien voor de extra
kosten. Sterker nog: de verhuurder wordt
verplicht het nog openstaande bedrag van
de nota’s te voldoen.
arbitrageMet kerstmis in de kou
JOURNAAL
‘Warmtepomp-klachten onopgelost’
Klachten over warmtepompinstallaties blijven vaak onopgelost. Tot die conclusie komt
consumentenprogramma Radar van AVROTROS. GroenLinks stelt Kamervragen.
Uit onderzoek van Radar blijkt dat klachten over het
functioneren van warmtepompinstallaties vaak niet naar
tevredenheid van de consument worden afgehandeld.
Onder een peiling onder duizend warmtepompbezitters,
ervaart 38% problemen met comfort en energiever-
bruik. 81% van deze probleemgevallen wordt gemeld.
In meer dan de helft van de gevallen (60%) wordt het
probleem na het indienen van de klacht niet opgelost.
Belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de aangesproken
partij het probleem niet kan verhelpen (41%) of dat de
aangesproken partij niet van mening is dat er sprake is van een probleem (30%). Wel komt er in veel
gevallen iemand op locatie om het probleem te onderzoeken (69%).
De in het programma opgevoerde warmtepompinstallatie met klachten werd door kennisinstituut
ISSO onder de loep genomen. De conclusie van deze inspectie is dat veel installaties in deze woning
niet voldoen aan de eisen die aan een goed ontwerp mogen worden gesteld. Volgens ISSO gaat het in
de praktijk helaas vaker mis, doordat kennis en regelgeving niet (juist) worden toegepast.
Buitenunit overdag
luider dan ’s avonds
Op aandringen van marktpartijen en bran-
cheverenigingen mag de buitenunit straks
overdag wat meer lawaai maken dan ’s
avonds. Dat heeft minister Kajsa Ollongren van
Binnenlandse Zaken laten weten.
Om geluidsoverlast te voorkomen wordt er van-
af juli 2020 in het Bouwbesluit een geluidseis
opgenomen. Tot nu toe ging de regeling uit van
een gelijk geluidsniveau gedurende het hele
etmaal van 35 dB op de perceelgrens met de
buren. Na een consultatieronde was het meest
gehoorde advies aan de minister: breng een
scheiding aan tussen dag en avond, zoals in
landen als Oostenrijk, Denemarken, Duitsland
en Zweden al gebruikelijk is. Overdag iets meer
geluid, ’s avonds iets minder. Dat advies neemt
de minister nu ter harte.
nummer 8 oktober 2019 | installatie en sanitair 13
13_journaal4.indd 13 07-10-19 15:53