Pagina 30 van: Installatie – nummer 02 – 2021

D
e Gasketelwet trad afgelopen jaar in werking. Aanlei-
ding was een rapport van de Onderzoeksraad voor
Veiligheid, uit 2015, waaruit bleek dat er te vaak CO-
vergiftigingen optraden als gevolg van slecht geïnstalleerde
of onderhouden cv-ketels en andere gastoestellen. Een
wettelijk verankerde certificering van alle bedrijven – groot
en klein – die aan gastoestellen werken, moet aan veel wan-
toestanden een einde maken. Veel kleinere installatie-
bedrijven kwamen ertegen in het verweer, want betekende
dit dat alle papieren en diploma’s die in het verleden
behaald werden nu waardeloos zijn? Moeten er weer dui-
zenden euro’s gestoken worden in het zoveelste nieuwe
papiertje? Die ergernis was en is misschien begrijpelijk,
maar dat stadium zijn we nu gepasseerd. Wil je straks als
installateur nog aan de slag, dan is het zaak om je vliegens-
vlug op de nieuwe verplichting voor te bereiden.
Bewijs van Vakmanschap
Het certificeren is echter nog niet gestart; de drie certifice-
ringsschema’s liggen nog bij de Raad voor Accreditatie en
bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Zolang die niet
goedgekeurd zijn, kan het certificeren niet beginnen. Waar-
over later meer. Eerst: wat kan een bedrijf al wél doen? Drie
CO-certificering
is race tegen klok
Over precies een jaar moet ieder installatiebedrijf dat
aan gastoestellen wil werken de beschikking hebben
over het ‘koolmonoxide vrij’-logo. Oftewel: na 1 april
2022 ben je als niet-gecertificeerde installateur in
overtreding als je een keteltje ophangt. Certificerende
instellingen maken zich echter grote zorgen, omdat het
officiële certificeren nog steeds niet is begonnen en
omdat de instellingen zien dat veel installatiebedrijven
de kat nog uit de boom kijken.
Tekst Tijdo van der Zee Beeld Hans Prinsen
dingen: zorg dat jij en je monteurs beschikken over het CO-
vakmanschapsbewijs, haal de juiste meetapparatuur in huis
en check alvast aan de hand van een kwaliteitshandboek of
je bedrijfsvoering op orde is. Als je die dingen doet, dan zal
het officiële certificeringstraject later waarschijnlijk best
meevallen. Doe je dat niet, en laat je alles op het laatste
moment aankomen, dan is de kans groot dat je in de proble-
men komt.
Uit cijfers van Techniek Nederland blijkt dat tot aan januari
dit jaar 5.500 monteurs hun theorie-examen hadden afge-
legd en bijna 3.000 praktijkexamens waren afgenomen op
basis waarvan een bewijs van vakbekwaamheid is verstrekt.
Techniek Nederland laat weten: “We houden scherp in de
gaten hoe de aantallen zich ontwikkelen. Wanneer het
drukke stookseizoen voorbij is, verwachten wij een snelle
toename.” En dat moet ook wel, want er zijn naar schatting
tussen de 10.000 en 16.000 monteurs die het papiertje nodig
hebben.
Tot zover wat installatiebedrijven zélf kunnen doen aan
voorbereidingen om in april volgend jaar gecertificeerd en
wel de markt op te kunnen. Want zelfs als ze dit allemaal
netjes gedaan hebben, dan moeten ze toch nog even wach-
ten tot ze hun bedrijfscertificaat kunnen halen. Dat komt
omdat het hele raamwerk nog niet klaar is. Wat moet er alle-
maal nog gebeuren?
Stempeltjes zetten, duurt lang
Eerst moeten de certificeringsschema’s nog worden goed-
gekeurd. In die schema’s staat precies beschreven wat een
certificerende instelling precies moet doen om een bedrijf te
kunnen certificeren. Aan die schema’s wordt al enkele jaren
gewerkt, maar nog steeds wordt er over gediscussieerd.
Zowel de Raad voor Accreditatie als het ministerie van Bin-
nenlandse Zaken moet er een stempel opzetten en de ver-
wachting is dat dat pas ergens in de zomer gebeurd zal zijn.
Op tafel bij de Raad voor Accreditatie liggen nu drie sche-
ma’s te wachten op goedkeuring.
De eerste is de BRL 6000-25, die is opgesteld door InstallQ.
De tweede is de Kiwa-BRL (BRL K25000), dat is een eenvou-
34 nr. 2 | maart 2021
ondernemen
34-35-36_gasketelwet.indd 34 16-03-21 09:40