Pagina 26 van: Installatie – nummer 05 – 2020

Zelfs de afstand
‘1 meter’ is voor
meerdere uitleg
vatbaar: vaak meet je
geluid op een meter
afstand, maar dan op
minimaal negen
punten rondom.
oor. Door de A-weging worden lage tonen gedempt. Een
feitelijke geluidsdruk wordt niet als zodanig weergegeven,
simpelweg omdat wij het niet zo ervaren. Deze weging
wordt gebruikt bij het meten van geluid bij ondervonden
geluidhinder en kans op gehoorschade. Maar de A-weging is
niet helemaal onomstreden, want het lijkt erop dat brom-
achtige geluiden met de A-weging niet altijd goed op hinder
worden beoordeeld. Daar komt bij dat de gevoeligheid van
het oor bij harde geluiden iets vlakker wordt. Lage en hoge
tonen worden dan ongeveer even hard waargenomen,
terwijl de A-weging bij harde geluiden nog steeds op
dezelfde manier het fi lter toepast. Deze discussie steekt af
en toe de kop op, maar komt nog niet terug in de actuele
regelgeving.
Tonaal geluid
De meeste ‘gewone’ geluiden zijn een mix van verschillende
frequenties. Tonaal geluid bevat één of meer zuivere tonen,
wat bijvoorbeeld klinkt als fl uiten, piepen, gieren, janken
of brommen. En daar kan je meer last van hebben dan van
geluiden zonder tonaal karakter. In de nieuwe eis die gaat
gelden voor de buitenunits van warmtepompen, worden dan
ook strafpunten uitgedeeld als de unit veel tonaal geluid
produceert. Overigens hebben de meeste gerenommeerde
merken de tonaliteit van hun apparaten aardig onder con-
trole. Ook voor het geluid van installaties in verblijfsruimten
komt een correctie voor tonaal geluid. Hierover zal binnen-
kort een ‘groene’ versie van een wijzigingsblad van NEN
5077:2019 verschijnen.
Geluidsvermogen
Nog weer zo’n term. Houdt het dan nooit op? Jawel, dit is de
laatste. Een Geluidsvermogensniveau (Lw) wordt ook uit-
gedrukt in decibellen. Geluidsvermogensniveaus is de
hoeveelheid geluid die een geluidbron produceert. Dat is
niet direct te meten, want je meet altijd vanaf een bepaalde
afstand van die bron. Je berekent het geluidsvermogen-
niveau door geluidsdrukniveau en de afstand tot de bron in
een vergelijking in te vullen. Ook kan het geluidsvermogen-
niveau worden bepaald in speciale daarvoor ontworpen
ruimten in akoestische laboratoria. Het geluidsvermogen is
een vaste eigenschap van de geluidbron en daarmee kunnen
geluidniveaus worden berekend op verschillende afstanden
en in ruimten. Het geluidsvermogen van binnen- en buiten-
units van verschillende apparaten (gasketels, warmte-
pompen, ventilatiesystemen) is de waarde die op het ver-
plichte Europese label weergegeven is (ERP-richtlijn). In
principe zijn deze waardes dus goed te vergelijken. Maar er
zitten addertjes onder het gras, want: hoe meet je en onder
welke condities meet je precies?
Hoe meet je geluidsvermogenniveau?
Het geluidsvermogensniveau van bijvoorbeeld ventilatie-
units, warmtepompen en verwarmingsapparatuur kan
bepaald worden met twee methoden. Beide methoden wor-
den beschreven in de norm EN 12102:2017. De eerste is een
opstelling in een diff uus geluidveld in de nagalmkamer van
een akoestisch laboratorium, de tweede is in een refl ectie-
vrije kamer. Een groot probleem bij met het meten is: in
welke toestand meet je het vermogen? Deellast? Vollast?
Hier is weliswaar een Europese norm (EN 12102) voor, maar
toch lijkt de markt verschillende methoden te hanteren.
In de praktijk zien we dat de meeste fabrikanten de bron
denkbeeldig op een schoorsteen plaatsen, maar de ontvan-
ger op verschillende afstanden neerzetten. De één zet de
ontvanger op twee meter, een ander weer op tien meter. Op
deze manier zijn de getalwaarden in de documentatie alleen
voor deskundigen goed te interpreteren, maar voor leken
niet. Bijkomend probleem van de toepassing van de Euro-
pese norm EN 12102 is dat er gemeten wordt vanaf 100 Hz
en niet vanaf 50 Hz, waar bij warmtepompen nou juist veelal
de tonaliteit zit.
Dan is er ook nog een
methode, volgens de
Machinerichtlijn, die
op een meter afstand
en 1,60 meter hoogte
meet (de hoogte
van een machine-
operator).
Ten slotte blijkt er ook
nog een soort
‘Japanse’ methode te
zijn, die op één punt
meet, precies voor het
onderdeel dat geluid
produceert,
bijvoorbeeld de
ventilator van de
buitenunit.
30 nr. 5 | september 2020
geluid
28_INS 05 2020 Geluid.indd 30 03-09-20 11:24