Pagina 27 van: Installatie – nummer 05 – 2020

Wat mag er wettelijk?
Voor ventilatie- en warmte-installaties in je eigen huis geldt
sinds 2012 dat ze niet meer dan 30 dB mogen produceren in
verblijfsruimten. Dat maximum geldt voor de apparaten
afzonderlijk. Als ze samen staan te loeien, mag er een hoger
geluidsniveau gemeten worden. Bij een meting conform
NEN 5077 zet je eerst alle andere apparaten uit, dan meet je
pas de geluidbron. Hoewel 30 dB pas in 2012 tot wet werd
verheven, golden er al langer restricties. Zo was het bijvoor-
beeld voor woningen die destijds werden gebouwd volgens
de GIW-regeling (Garantie Instituut Woningbouw) sinds
2007 al verboden om boven die 30 dB uit te komen. Er zijn
ook geluiden in huis waar je je (onder)buren mee opzadelt.
Dat is bijvoorbeeld het geluid van de standleiding. Die mag
ook niet meer dan 30 dB bedragen. Bij de buren dan, want in
je eigen woning mag dat best luider zijn.
Voor installatiegeluid buiten de woning zijn nog geen regels,
maar die gaan er wel komen: vanaf komende januari mogen
buitenunits van airco’s en warmtepompen maximaal 40 dB
produceren op de perceelgrens of bij ramen/deuren van de
buurwoning bij appartementen.
Soundscaping
Op het platteland verwacht je rust, in de stad verwacht je
wat meer geluiden. De context van de omgeving maakt
nogal wat uit of je geluid als hinderlijk ervaart. Een fontein
kan behoorlijk wat geluid produceren, maar als die fontein
op een pleintje in de stad staat, wordt dat geluid juist als een
gezellige ambiance ervaren. En ook: het geluid van je eigen
warmtepomp neem je eerder voor lief dan dat van de buren.
Daar pluk je namelijk niet de vruchten van. Geluid plaatsen
in zijn context is een groeiend werkveld en wordt ‘sounds-
caping’ genoemd.
Warmtepomp in trapkast
Vooral in de beginjaren van de warmtepomp kwam je wel
eens tegen dat de bodem-water-warmtepomp in de trap-
kast werd geplaatst, met een lichte deur die direct uitkwam
in de woonkamer. Dat is vragen om problemen. Vaak werkte
de wand dan ook nog als een klankkast. Want voor geluid
geldt: een lichte, stijve muur straalt meer geluid af dan een
slappe, zware muur. Oplossingen voor deze situaties: maak
een metalstudwandje met gipskarton, monteer een zwaar-
dere deur, met valdorpel of aanslag tegen een vaste dorpel
om ook via de spleet onder de deur geluiddicht te maken –
maar stel die valdorpel wel goed af en regelmatig bij. Succes
staat of valt bij een goede montage. Beter is het om de
warmtepomp in een ruimte te plaatsen die uitkomt op een
gang of een andere ‘verkeersruimte’. Op die manier heb je
altijd twee deuren die het geluid naar de woonkamer of
slaapkamer tegenhouden.
Ventilatiebox
Het ventilatiesysteem is door zijn geluidsproductie vaak een
bron van ergernis. De box zelf is meestal het probleem niet.
Die zijn tegenwoordig behoorlijk stil. Het probleem zit hem
vaak in het leidingwerk, zowel in de aanvoer- als in de
afvoerkanalen. Veel bochtenwerk, een slechte doorvoer
door het dak en niet goed afgestelde ventielen, een te korte
geluiddemper: ze veroorzaken een puist herrie, waarmee je
het voordeel van een stille box compleet om zeep helpt. En
omdat ze zoveel geluid maken, worden de units in de laagste
stand gezet, overdag en ’s nachts, waarmee zowel het
binnen klimaat als de binnentemperatuur niet meer optimaal
zijn. Aanwijzingen voor een goed ontwerp staan gegeven in
de NTR 5076:2015 van NEN/ISSO.
Kraan
‘Waterslag’ is een geluidsprobleem dat nog wel eens bij kra-
nen wil spelen. Dat gebeurt als je een kraan heel snel dicht
draait. Dat veroorzaakt een drukgolf in de leiding die klinkt
als een knal. Bij wasmachines speelde dat vroeger, maar
tegenwoordig hebben wasmachines een elektronische
waterafsluiter die er langzaam sluit. Zo’n knal kan ook optre-
den bij het snel sluiten van een eenhandsmengkraan, maar
dat is gewoon een kwestie van op de juiste manier gebruiken.
Radiatorleidingen
Die hadden vroeger nogal eens de neiging om te tikken. Dat
gebeurde als ze te strak aangespannen waren in beugels
tegen de gevel. Tegenwoordig speelt dit bij nieuwbouw-
woningen sinds 1992 niet meer, omdat de leidingen verticaal
in een aparte schacht lopen en horizontaal doorgaans via de
dekvloer naar de radiatoren gaan of in de vloerverwarming.
Standleiding
Hier gaat het nog regelmatig fout. Bovenburen die het toilet
doorspoelen en de onderburen die kunnen meegenieten –
bij meer dan 30 dB zijn ze in ‘overtreding’. Bochten moeten
daarbij worden uitgevoerd in twee keer 45° en de standlei-
dingen mogen geen contact maken met verend opgelegde
dekvloeren. Dit contact veroorzaakt dan veel geluid in de
verblijfsruimte. Hetzelfde gebeurt als de standleiding con-
tact maakt met de schacht, als die ligt in een verblijfsruimte.
Een oplossing kan zijn om bij het ontwerp van appartemen-
ten de schacht niet te laten grenzen aan verblijfsruimten.
Of je kan de hele schacht inpakken in isolatie, maar in veel
gevallen zal het nodig zijn om de standleiding zelf aan te
pakken, omdat isolatie in veel situaties onbegonnen werk is.
Met het ontwerpprogramma SoundSpotSimPlus van ISSO
kan een goed ontwerp worden gemaakt.
Geluid kan ook hinderlijk zijn
binnen eisen Bouwbesluit
nr. 5 | september 2020 31
28_INS 05 2020 Geluid.indd 31 03-09-20 11:24