tekst Tijdo van der Zee beeld Jakob de Groot, De Groot Advisering
D
igitalisering is ook in de installatiesector een onstuit-
bare ontwikkeling. Steeds vaker wordt een gebouw
eerst in 3D vormgegeven, voordat het in het echt wordt
gebouwd. Architecten, bouwers, installateurs en andere
onderaannemers leveren in dit proces allemaal hun eigen
stukje van het digitale gebouw. Die losse onderdelen komen
uiteindelijk samen in het BIM, het bouwwerk informatie
model. Zeker voor grote installatiebedrijven is het BIM al
jaren de gewoonste zaak van de wereld.
Een modelleur die een cv-ketel in het model wil plaatsen, of
een ander installatietechnisch onderdeel, haalt zo’n ketel nu
De open universele objecten bibliotheek (UOB) met
3D-producten voor BIM-modellen komt langzaam uit
de verf. In juni werd de UOB virtueel gelanceerd, met
360 van de meest voorkomende productklassen en
een basis-plugin die in het CAD-programma is te
integreren. Modelleurs kunnen dus aan de slag. Toch
is er nog genoeg werk aan de winkel, want de nieuwe
bibliotheek is lang niet volledig gevuld en vooralsnog
alleen geschikt voor gebruikers van Revit. En er moet
nog veel meer productdata beschikbaar komen.
Alle
installatie
producten,
hop, in je
BIM-model
vaak uit een bibliotheek die wordt meegeleverd door de
softwareleverancier, waar hij ook zijn BIM-software bij
gekocht heeft. Andere keren tekent hij een ketel zelf, of
plukt hij hem van de website van de fabrikant. Soms gaat dit
prima. Maar vaak is dit niet de meest gelukkige oplossing.
En waarom niet? Omdat deze constructie ervoor zorgt dat
fabrikanten voor elk merk BIM-software een apart CAD-
object van hun producten moeten maken. Omdat de objec-
ten die modelleurs zelf tekenen er misschien leuk uitzien,
maar qua afmetingen en andere specificaties niet precies
kloppen. Dat kan later in het BIM-proces zorgen voor irrita-
56 nr. 5 | september 2020
software
56-INS 05 2020 UOB.indd 56 03-09-20 12:19