Pagina 30 van: Installatie – nummer 08 – 2021

(hoeveel bezwaarmakers er zijn is niet helemaal duidelijk;
de NEN zegt dat het er tien zijn). Daarvan kwam er een aan-
tal van adviesbureaus, waaronder ERB van adviseur Nico
Scholten en Ventguide van ventilatie-expert Willem de Gids,
die inmiddels de normsubcommissie heeft verlaten. Onder
de bezwaarmakers waren ook fabrikanten, waarbij het
vooral ging om fabrikanten die nog grotendeels afhankelijk
zijn van ventilatie C-systemen (ventilatieroosters).
Verziekte sfeer
Bezwaren maken is onderdeel van het normalisatieproces.
Daar is niks geks aan. Gewoonlijk worden die opgelost in de
lagere commissies, incidenteel komt het echter voor dat
inhoudelijke discussiepunten in de allerhoogste commissie
moeten worden opgelost. In feite, zou je kunnen zeggen,
verliep het bezwarenproces in de ventilatiecommissies dus
gewoon volgens de gangbare procedures. Toch is dat geen
goede voorstelling van zaken, omdat het hele bezwarenpro-
ces in dit geval gestuurd werd door de verziekte sfeer bin-
nen en tussen de ventilatiecommissies. Het onderlinge ver-
trouwen was volledig weg, waardoor een discussie al snel
een ruzie werd. Niet goed luisteren werd direct uitgelegd als
expres negeren en overtuigen ontaardde al snel in intimide-
ren. De ratio verloor het van de emotie en valide inhoude-
lijke argumenten kregen in deze sfeer geen kans op een
gedegen, rustige en eerlijke afweging.
Juridisch onjuiste verwijzingen
Maar waaruit bestonden dan die bezwaren? Die zijn niet
allemaal ingezien door Installatie, maar van enkele is wel
duidelijk waar die over gingen. Zo zou de norm als bepa-
lingsmethode niet goed aansluiten op het Bouwbesluit. Ook
zouden er verschillende zaken juridisch niet juist opge-
schreven zijn en er zouden onjuiste verwijzingen worden
gebruikt. In één van de bezwaren valt bijvoorbeeld te lezen:
“Er wordt verwezen naar Europese normen die uitsluitend
gericht zijn op producten af-fabriek waarbij, niet wordt aan-
gegeven hoe de samenhang is met het bepalen van de capa-
citeit van het gerede bouwwerk, terwijl dit laatste volgens
het Bouwbesluit nu juist het criterium is.” Dat bezwaar ging
inhoudelijk over op welke afstand van ventilatieroosters je
moet meten hoeveel last je hebt van tocht (luchtsnelheid die
groter is dan 0,2 m/s.): een halve meter (zoals in de nieuwe
NEN 1087 zou komen te staan) of een hele meter (zoals in de
oude NEN 1087 en het Bouwbesluit staat – het begrip ‘leef-
zone’). Uiteraard maakt die afstand voor het resultaat van
de berekening nogal wat uit.
Prestatie ventilatie anders waarderen
Een begrijpelijke, maar gewaagde zet van de Projectgroep
Herziening 1087 was het om in de nieuwe norm een rang-
schikking aan te brengen van systeemconfiguraties van
goed presterende tot minder goed presterende ventilatie-
configuraties. Dit systeem kreeg de naam ‘Indicatieve bepa-
Fabrikanten-dominantie in de NEN
Zijn de belangen van fabrikanten in de NEN-commissies te groot? Die vraag dringt
zich onherroepelijk op bij het huidige NEN-1087 debacle. In 2018 concludeerde
bureau Technopolis in een rapport (in opdracht van het ministerie van Economi-
sche Zaken en Klimaat) dat er te veel leveranciers en fabrikanten in de normsub-
commissie voor ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen zitten. En niet-
deelnemende belanghebbenden laten zich soms vertegenwoordigen door een
andere partij zoals een adviesbureau. Andere belanghebbenden, die niet in de
commissie zitten, zoals bewoners en bouwondernemingen (later haakten de bou-
wers, vanuit het Lenteakkoord, toch weer aan), lopen het gevaar hun belangen
rond ventilatie te zien verwateren in nieuwe normen.
In de Tweede Kamer is verschillende keren geprobeerd om de dominantie van die
marktpartijen aan te pakken, bijvoorbeeld door publiek geld beschikbaar te stellen
voor nieuwe commissieleden, maar deze pogingen hadden nog niet veel succes.
Er zijn diverse aanpassingen bij de NEN mogelijk, die een toekomstig debacle als
bij de NEN 1087 misschien zouden kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld door verplicht
om het half jaar een voortgangsverslag van de normcommissie op de site van NEN
te publiceren. Of wellicht zelfs verslagen van de commissievergaderingen open-
baar te maken. NEN-woordvoerder Sandra Boersma zegt daar echter over: “De
communicatie binnen de normcommissie is altijd vertrouwelijk. Alle leden binnen
een normcommissie moeten vrijuit kunnen praten om samen tot het beste resul-
taat te kunnen komen en gezamenlijk consensus te bereiken.”
Andere manieren die worden geopperd om de commissies beter te laten functione-
ren: een maximale zittingstermijn van enkele jaren, of een normsubcommissie die
op hoofdlijnen opereert, met daaronder technische werkgroepen die details uit-
werken en rapporteren. Dit omdat commissieleden met minder technische kennis
door de urenlange gesprekken over technische details vaak het gevoel hebben er
een beetje voor spek en bonen bij te zitten. In het rapport noteerde Technopolis
drie jaar terug: “De normsubcommissie wordt dan mogelijk ook weer interessanter
voor nu ontbrekende stakeholders. Door historie en samenstelling is dat lastig te
verwezenlijken. De huidige samenstelling remt dit alles.”
Er komt geen nieuwe norm: Wat krijgt de
installateur nu niet?
• Geen bepaling rond ventilatieve koeling (zomernacht-
ventilatie) die tevens aansluit op de NTA 8800
• Geen berekeningsmethode voor de verdunningsfactor
voor grote afvoeren boven de 1000 liter per seconde
• Geen praktische aanwijzingen voor veel voorkomende
knelpunten in gestapelde bouw
• Geen nieuwe type-indeling voor ventilatiesystemen
• Geen duidelijkheid over sensorsturing
30 nr. 8 | december 2021
ventilatie
28-29-30-31_ventilatie-fittie.indd 30 02-12-21 13:34