Pagina 10 van: Installatie – nummer 1 – 2022

maar in de woningbouw kan het ook ingezet worden. In zo’n
Virtual Power Plant maak je gebruik van elkaars energie-
bronnen. Doordat je meerdere van deze lokale communities
verbindt, kan bovendien een soort virtuele energiecentrale
ontstaan.”
Binnen zo’n community zijn er meerdere mogelijkheden van
sturing mogelijk, vertelt Daan Rutten van softwarebedrijf
ENTRNCE, onderdeel van Alliander. “Je kunt als gemeen-
schap kiezen voor zoveel mogelijk duurzame energie en
daarop sturen. Maar het is ook mogelijk om zo economisch
mogelijk te sturen, waarbij je andere keuzes maakt.”
Aandachtspunten
Het blijkt nog knap lastig om dit soort projecten uit te rollen
in wijken met bestaande woningen. Daarom moeten volgens
Van Wieren de kosten naar beneden. “Als er standaardise-
ring op het vlak van warmtepompen en batterijen komt, dan
kunnen de kosten naar beneden. Ook het kennisniveau van
installateurs moet omhoog, want die zijn nog onvoldoende
op de hoogte van dit soort mogelijkheden. De hele keten
moet mee om van dit soort projecten een succes te maken.
In nieuwbouw gaat dat makkelijker dan in bestaande bouw.
Maar door de stijgende energieprijzen komen er wel meer
prikkels om slim gebruik te stimuleren.”
Schaalvergroting
Van Wieren benadrukt dat de zogenaamde virtuele energie-
centrales alleen van de grond kunnen komen met behulp
van schaalvergroting. “Als je het heel plat bekijkt, zijn er
grote vermogens nodig om het net te kunnen ontlasten. Dan
heb je het al snel over een megawatt of meer. Dan worden
congestiediensten pas bereikbaar. Maar het is natuurlijk wel
zo dat je met heel veel kleine vermogens ook een groot ver-
mogen kunt leveren, daarvoor zijn de communities nodig.”
Rutten legt uit dat er twee redenen zijn om virtual power
plants op te zetten. “Je kunt congestie tegengaan. Dat is
vooral belangrijk voor netbeheerders. Je ontsluit zo veel
fl exibel vermogen en zorgt voor meer liquiditeit. Daarnaast
is het als je naar de toekomst kijkt, slimmer om vraag en
aanbod op elkaar af te stemmen. Zo kun je de investerings-
behoefte in elektriciteitsnetwerken verkleinen. Hoe meer je
lokaal verbruikt, hoe minder netcapaciteit nodig is”, besluit
Rutten.
Scan de QR code voor
een video over deze
module.
Samenwerking voor innovatie en klimaatdoelen
In het consortium TROEF zitten naast de genoemde partijen
BAM Energy Systems, OrangeNXT en Alliander nog een heel
aantal bedrijven en instellingen. Het gaat om: AM (specifi –
ceert LE-platform), KPN (waardemodel en connectiviteit),
Tymlez (CO2-handelsplatform), NEN (gap-analyse/bij-
drage aan nieuwe standaarden), Hogeschool Utrecht (klan-
treizen), TU/e (digital twin), Stedin (waardemodel/inbreng
concept), BAM Infra Energie & Water (fl exibiliteit in laadin-
fra-structuur) en BAM Specials (gebruikerskeuze-tool).
Het project maakt gebruik van de subsidieregeling Missie-
gedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI
2020) van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Deze
regeling ondersteunt bedrijven, die in consortia samen
werken aan het bereiken van de Nederlandse
klimaatdoelen.
Scan de QR code voor
meer informatie
Energiemodule bevat alle installatietechniek
De installatietechniek van de duurzame renovatie zit verpakt in de energiemodule,
die in de voortuinen van de woningen staat. De energiemodule die BAM Wonen zelf
heeft ontwikkeld, is in dit project in gespiegelde uitvoering, met de ruggen tegen
elkaar, in de voortuin geplaatst. In de module zit de warmtepomp-installatie, de
ventilatie met warmteterugwinning, een tapwaterboiler en de regeltechniek voor
de complete installatie.
Op naar virtuele
energiecentrale
14 nr. 1 | februari 2022
project
12-13-14_projecttroef.indd 14 04-02-2022 13:40