Bouwen, bouwen, bouwen. Het nieuwe kabinet wil hard doorpakken met woningbouw en het liefst ook voor mensen met een krappere beurs. Betaalbaarheid heeft daarbij voorrang op duurzaamheid. Brancheorganisaties vinden de plannen echter niet concreet genoeg en vrezen dat ze op de tekentafel zullen sneuvelen.
In zekere zin zet het nieuwe kabinet het beleid voort dat eerder al door voormalig minister Hugo de Jonge uitgezet werd. De bouw van 100.000 nieuwe woningen per jaar, een bestaande ambitie van De Jonge, is nu stevig verankerd in het regeerprogramma. Het kabinet trekt daarvoor de knip: de komende vijf jaar komt er jaarlijks een miljard euro voor beschikbaar.
Maar de huidige minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer (BBB) legt wel meer de nadruk op betaalbaarheid dan haar voorganger. “De woningnood blijft onverminderd hoog. Hierdoor kunnen veel mensen niet verder met hun leven. Zo stellen jonge mensen het starten van een gezin uit omdat ze geen huis kunnen vinden. Elke woning is er één. We moeten echt gaan bouwen voor al die mensen die op een huis wachten, zodat Nederlanders weer zicht hebben op de toekomst.” Gemeenten kunnen uitzien naar een zogeheten ‘realisatiestimulans’, een vast bedrag voor elke betaalbare woning die ze realiseren.
Schrappen van regeltjes
Maar hoe wil het kabinet de snelheid erin krijgen bij de bouw? Dat moet gebeuren, zegt Keijzer, door het schrappen van regeltjes, door zwaar in te zetten op industriële en prefab bouw. Bestaande kantoren te transformeren naar woningen, optoppen en splitsen. “Via grootschalige woningbouw,
verdichten en ook met een straatje erbij”. De wet Versterking regie volkshuisvesting, die nog moet worden bekrachtigd door de Eerste en Tweede Kamer, moet het Rijk de middelen geven om woningbouwlocaties af te dwingen en eventueel tegenwerkende provincies en gemeenten in het gareel te krijgen.
Ondertussen krijgt duurzaamheid geen voorrang. “We nemen in de bouwregelgeving voor woningen geen nieuwe duurzaamheidseisen op, tenzij het de invulling van Europese richtlijnen betreft”, zo valt te lezen in het regeerprogramma. Zo’n Europese richtlijn is de Europese gebouwenrichtlijn EPBD IV, die voor de komende jaren dwingende eisen stelt aan de duurzaamheid van kantoren en woningen.
Niet meer doen dan noodzakelijk
De Europese eisen zullen tegelijk gelden als een bovengrens. Nederland zal geen aanvullende eisen stellen bovenop de richtlijnen die uit Europa komen. “Er komen geen nieuwe, nationale koppen op Europees beleid en bestaande koppen worden waar mogelijk geschrapt”, staat in het regeerprogramma. Het wordt niet helemaal duidelijk welke nationale koppen hier bedoeld worden. Afgelopen jaar speelde er rondom de milieuprestatie voor gebouwen (MPG) een discussie over ‘nationale koppen’.
In het huidige MPG-voorstel gaat Nederland rekenen met meer milieu-indicatoren dan vanuit Europa verplicht is. Daar is door verschillende critici al op gewezen, maar minister De Jonge hield vorig jaar voet bij stuk. Het is nu afwachten hoe de huidige minister Mona Keijzer hiermee om zal gaan. Het is ook niet langer de bedoeling dat lagere overheden extra eisen gaan stellen aan lokale bouwplannen. Een bekend voorbeeld is de Metropoolregio Amsterdam, die bij ieder bouwproject een minimumpercentage van 20 procent biobased wil uitvragen. Hugo de Jonge heeft zich altijd tegen dit soort lokale initiatieven verzet en Mona Keijzer gaat ermee door.
Subsidies
Maar het geld gutst niet over de plinten. Daarom hebben alle ministeries de taak gekregen om met de kaasschaaf over de uitgaven heen te gaan. Dat heeft best wel wat consequenties. Als het aankomt op subsidies, dan moet er Rijksbreed jaarlijks voor 1 miljard euro worden bezuinigd. Wat betekent dat voor subsidies in de bouw? Die gaan naar beneden. Zo gaat er in 2026 ruim 14 miljoen euro minder naar de MOOI-subsidiepot, die bedoeld is voor onderzoek en innovaties. Die korting loopt tot 2028 zelfs op tot 30 miljoen euro.
Een andere subsidiepot, die voor de installatiesector van groot belang is, is de ISDE (voor onder meer isolatie en warmtepompen). Eerder werd al bekend dat de subsidiebedragen per warmtepomp naar beneden gaan, maar uit de begroting blijkt ook dat de totale hoeveel subsidie in de pot lager wordt. In 2025 gaat het om 6,8 miljoen euro, oplopend tot 43 miljoen in 2028.Hoe erg dit is, is niet helemaal duidelijk, omdat tot nu toe de ISDE-pot zelden uitgeput raakte.
Energiebelasting op gas omlaag
De energierekening neemt een flinke hap uit ieders maandbudget. Het kabinet probeert het leed te verzachten door de energiebelasting op gas te verlagen. Die korting bedraagt 2,8 cent per m3 in 2025, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030. De verlaging levert voor een huishouden met een gemiddeld verbruik van 1.050 m3 aardgas per jaar een financieel voordeel op van circa 29 euro in 2025 oplopend naar circa 50 euro in 2030. Ook de energiebelasting op stroom moet lager worden, maar het is nog onduidelijk hoe dit gerealiseerd gaat worden. Ook moet de Tweede Kamer er nog over stemmen. Zoals eerder al duidelijk was, kiest het kabinet ervoor om de hybridewarmtepompnorm niet verder uit te werken. En ook om in 2027 definitief en abrupt een einde te maken aan de salderingsregeling.
‘Te veel gepraat, te weinig gebouwd’
Wat vinden de verschillende brancheverenigingen van het de kabinetsvoornemens? Te vaag, zo oordelen ze. Bouwend Nederland ziet dat de plannen “tekortschieten”: ze zijn te vaag en lastig uit te voeren in de realiteit. Het kabinet wil eind 2024 een Woontop houden met overheden, investeerders, marktpartijen en woningcorporaties om te kijken hoe zo snel mogelijk gebouwd kan gaan worden. Bouwend Nederland zegt best mee te willen doen, maar is terughoudend: ”Er wordt al jaren gepraat, aan allerlei verschillende tafels en toch stokt het in de uitvoering. We zien in de plannen onvoldoende geld om dat ook uit te kunnen voeren”, aldus voorzitter Arno Visser.
‘Alternatief voor afschaffen salderingsregeling’
Techniek Nederland heeft waardering voor het uitgangspunt van het kabinet om groene groei te realiseren en de klimaatdoelstellingen te handhaven. Tegelijkertijd treft de ondernemersorganisatie in het regeerprogramma en de Miljoenennota op dit gebied te weinig concrete plannen aan. “Techniek Nederland heeft concrete ideeën om de vaart energietransitie te versnellen en de klimaatdoelen binnen bereik te houden. Daarover willen we graag in gesprek met het kabinet.”
Zorgenpunt is onder meer de afschaffing van de salderingsregeling, zonder overgangsperiode. “Techniek Nederland vindt dat volstrekt onduidelijk is welk perspectief het kabinet de sector gaat bieden. Daar is dringend behoefte aan.” De brancheorganisatie vindt dat het kabinet nu in ieder geval met concrete stimuleringsvoorstellen zou moeten komen om opgewekte zonnestroom zelf te gebruiken met bijvoorbeeld een zonnestroomboiler, een slimme thuisbatterij of de accu van de elektrische auto.