fbpx
Uncategorized

Meer stretch, meer laagjes

Mode in het algemeen gaat te snel voor een werkkledingleverancier, maar bij de ontwikkeling van nieuwe modellen houden fabrikanten natuurlijk rekening met de trends. John Peeters (Mascot Workwear) en Jannot Dibbink (Snickers Workwear) duiden ze.

Stugge broeken, dikke jassen en truien om het warm te houden op de bouwplaats – dat is passé. Althans: voor wie dat wil. Werkkleding gaat natuurlijk met de tijd mee. Wat in het straatbeeld zichtbaar is, technieken uit de sport – voor zover het kan, wordt dit ook doorgevoerd in het werktenue van schilders, installateurs, timmerlieden en andere vakmensen in de bouw.

Strakkere modellen

Strakkere modellen zijn in, weet sales manager Jannot Dibbink van de Hultafors Groep, waar Snickers Workwear onder valt. De wat oudere, ruimere modellen worden nog steeds verkocht aan met name de wat oudere mannen en vrouwen in de bouw- en installatiesector, maar “de jeugd wil er goed bijlopen. Slim fit is momenteel de trend. Dat verkoopt veruit het meeste.”

Mode in het algemeen gaat te snel voor een werkkledingleverancier, maar bij de ontwikkeling van nieuwe modellen houden fabrikanten – uiteraard – rekening met de trends. “Snickers Workwear heeft een goede verhouding gevonden tussen mode en functionaliteit. Daar zijn we met testteams in meerdere landen continu mee bezig. Hoe het zit, hoe het smoelt. Afgekleed is in de mode. Daar sluit slim fit perfect op aan.”

Bewegingsvrijheid

De kern voor Snickers Workwear is dat de vakman niet wordt tegengehouden in bewegingsvrijheid. “We stoppen daarom in onze jassen meer stof in de rug dan in de voorkant. Strek je je armen naar voren, dan beweegt de jas mee. We hebben in het verleden wel eens onderzoek laten doen: het kan 10 tot 15 procent van je energie kosten als de pasvorm of de maatvoering van je werkkleding niet goed is. Dat is dus heel belangrijk. Onze broeken zijn er daarom in meer dan honderd verschillende maten. Als een broek te lang is kun je ‘m wel afknippen en omzomen, maar dan heb je geen kniebeschermers meer, maar scheenbeschermers.”

Stretch stof – geheel of gedeeltelijk – zorgt mede voor die bewegingsvrijheid. “Maar let wel: stretch kan ook camouflage zijn van slechte maatvoering. Dan heb je wel een elastische broek, maar wanneer je door de knieën zakt, trek je ‘m van je kont af. Ondanks de positieve eigenschappen, is een goede pasvorm van belang. Als je als installateur in een halve spagaat in een trappengat staat te sleutelen aan een ketel, dan moet die broek meegeven. Wij doen dat bijvoorbeeld met een zogeheten gusset van stretchstof, die vanaf de knie aan de binnenzijde van je benen omhoog komt en telkens breder wordt, tot 6 cm breed in het kruis.”

Stretch

Voor werkkledingproducent Mascot Workwear is stretch een van de stokpaardjes, zegt verkoopmanager John Peeters. “Daar zetten we heel erg op in. Met als doel meer bewegingsvrijheid voor de vakman en een hoger draagcomfort.”

Vakmensen willen graag dragen wat ze privé ook dragen. “En als je privé in een spijkerbroek met stretch loopt, waarom dan veertig uur of meer je werk doen in een stugge taaie broek? Vroeger kon dat niet anders, maar tegenwoordig bestaat er een polyesterkwaliteit met elastaan erin. Dat biedt heel veel draagcomfort. In levensduur gaat het ook niet achteruit. Sterker: uit de testen die wij doen voor slijtvastheid blijkt dat die van een stretchbroek drie keer zo hoog ligt als die van een polyester-katoenen broek. De aanname die nog wel eens wordt gedaan – dat stretch niet zo lang meegaat – klopt dus niet. Natuurlijk moeten wij Cordura kniestukken gebruiken voor de meest intensieve plekken. Dat is ons vak, om te zorgen dat we dat op de juiste plekken toepassen.”

“Meer bewegingsvrijheid, hoger draagcomfort”

Mascot startte met een collectie met stretch voor de zzp’er. Daarna kwam een collectie gericht op grotere bedrijven, waarbij er zowel broeken zijn met stretch panelen als broeken die volledig stretch zijn. “De oudere werknemer wil niet in een volledige stretchbroek; dat vindt hij te fancy. Jonge gasten willen dat wel. Tegelijkertijd wil je als bedrijf je corporate identity vasthouden”, verklaart Peeters.

Vanaf januari komt Mascot met een stretch-lijn in hoge zichtbaarheid die voldoet aan de EN20471-norm. “En een volgende stap is dat we naar multigenormeerde kleding gaan – brandvertragend, antistatisch – ook volledig in stretch.”

Laag op laag

Een andere trend in werkkleding – eentje die uit de sport afkomstig is – is het werken met laagjes.
Vroeger trokken vakmannen een dikke winterjas met dikke trui aan als het buiten koud was. Dat gaat anno 2020 anders. Dibbink: “We hebben nog wel een dikke jas, maar die is niet eens meer zo dik in vergelijking met zoveel jaar geleden. De trend is laag op laag: warmte bouw je op met dunne laagjes. Daarmee heeft de vakman optimale bewegingsvrijheid en is het toch behaaglijk.”

Een opbouw van ondergoed (boxershort/long johns en een T-shirt/longsleeve), thermokleding, micro fleece en een soft shell of winterjas, eventueel met een windstopper, zorgt voor betere warmteregulatie, schetst hij.

“De jeugd wil er goed bij lopen”

John Peeters van Mascot ziet eenzelfde ontwikkeling: “Eén van de jassen die bij Mascot in de top-50 staat van bestverkopende jassen, is een jas die wij in 1989 hebben ontwikkeld. Donkerblauw, met een mooie zwarte bontkraag erin, die iedereen kent als de ‘oude werkjas’. Maar we zien een verschuiving naar shelljacks – wind en waterdichte jacks, waar je door middel van een fleecetrui en een onderlaag je warmte gaat reguleren.”

Voor de buiten werkende vakman is dit een relevante ontwikkeling, schetst Peeters. Denk aan de schilder of de timmerman in het voor- en najaar: op moment dat hij ‘s ochtends op de steiger staat, is het nog koud. Op moment dat het zonnetje erdoor komt, krijgt hij het warm in zijn dikke winterjas. Die gaat dan uit. “Maar dat kan zorgen voor kou op de rug en leiden tot ziekteverzuim. Bij moderne werkkleding haal je de tussenlaag eruit. Dan heeft de vakman op de steiger nog steeds een wind- en waterdicht shelljack aan, maar kan hij veel beter zijn warmte reguleren.”

En waar traditionele fleece dik is, is er vandaag de dag microfleece. “Dunner en met een glanzende laag aan de buitenkant. Dat is beter voor de doelgroep, want op moment dat een timmerman buiten staat te zagen, blijft er van alles in hangen, terwijl het bij een gladde buitenkant er weer makkelijker afloopt.”

Hi-visibility

Zichtbaarheid in de bouw is een andere ontwikkeling waar werkkledingproducenten mee bezig zijn, al is die niet voor alle doelgroepen in de bouw en installatiesector even relevant. De schilder en installateur hebben niet zoveel te maken met hoge zichtbaarheid, aannemers in steeds hogere mate wél. Peeters: “Er wordt bijvoorbeeld meer prefab gebouwd, waarbij bouwplaatspersoneel zichtbaar moet zijn voor de man in de hijskraan.”

Zeker, het aloude hesje biedt uitkomst. “Maar dat is toch jammer? Heb je een geweldige company outfit, hang je er een hesje overheen. Is dat dan veiligheid op de bouw?”

Dibbink: “Zeker in Scandinavische landen ontkom je er niet meer aan om high visibility te dragen op bouwplaatsen. Het is zeker in dit seizoen lang donker en het is regenachtig en grauw. Donkerblauw, grijs en zwart zijn toch de typische kleuren voor werkkleding; dat valt allemaal weg tegen de omgeving. Kraanmachinisten kunnen daardoor slecht zien waar mensen lopen.”

“Stretch gaat net zo lang mee als alternatieven”

Snickers Workwear verwerkt standaard een reflecterend logo op de mouwen van de kleding. “En op broeken verwerken we een reflective piping in de stof. Dat is een soort buisje van 0,5 mm, dat wanneer er licht op valt reflecteert, al was het een streep van 2 cm. Dit soort elementen verwerken we niet vanuit normering – daarvoor gelden weer hele andere eisen – maar vanuit het idee dat zichtbaarheid op de bouw belangrijk is.”

Ook Mascot verwerkt hi-visibility elementen in de kleding. Zo is er bijvoorbeeld een jas met reflectievlokjes erin verwerkt. John Peeters: “Als je ‘m ziet is het een felgele jas, maar als er ‘s avonds licht op staat, wordt het een reflectiejas. Voor de goede orde; dit valt buiten de norm EN20471 voor hoge zichtbaarheid. Het op deze manier verwerken van hi-vis elementen in kleding doen we om mensen steeds meer kennis te laten maken met veiligheid in de bouw.”

Dit artikel verscheen eerder het vakblad Installatie.