Nokzonneboiler opnieuw op de markt

SunRidge brengt de nokzonneboiler opnieuw op de markt. Dit is en combinatie van een zonnecollector en een opslagvat dat op de nok van een dak ligt. Uitvoering van de eerste projecten met het systeem staat gepland voor medio 2024.

De nokzonneboiler is een zonneboiler met een geïntegreerd opslagvat dat op de nok van een hellend dak wordt gemonteerd. Het werkt volgens hetzelfde principe als een heatpipe, legt bedenker Henk de Beijer (ingenieursbureau De Beijer RTB) uit. “Dus met verdampen en condenseren voor de warmteoverdracht.”

Het systeem is modulair op te bouwen: de buizen zijn 1,80 lang en bevatten 35 liter water per stuk. De nokzonneboiler wordt eenvoudigweg aangesloten op de koudwaterleidingen van de woning. “De door de zon verwarm de warmwaterleiding komt boven van de nok en gaat naar de naverwarmer toe. Dat kan een ketel zijn, een warmtepomp of een elektrische boiler.”

In de zomer zal de SunRidge circa 80°C water leveren en in de winter zal dit ca 15 tot 20 °C zijn. De jaarlijkse besparing volgens de DST-test rekenprogramma is afhankelijk van het aantal modulen, maar gemiddeld 50% op het warmwater gebruik, aldus De Beijer.

Oriëntatie

Voordeel ten opzichte van een traditionele zonnecollector: de oriëntatie is niet relevant – van alle kanten is er immers zoninstraling. “We hebben testen gedaan met verschillende richtingen. Daarin zit 1 tot 2 procent verschil, dus dat is verwaarloosbaar.”

Voor woningcorporaties belangrijk, legt hij uit: iedere huurder kan zo profiteren van zonne-energie. Meer voordelen: er is binnenshuis geen boilervat nodig en het dak blijft vrij voor pv-panelen, een dakkapel of een dakraam.

Kosten

Wat betreft de kosten voor de zonnenokboiler houdt Den Beijer de kaarten nog even tegen de borst. “Dat is afhankelijk van waar we met de kostprijs uitkomen. Dat zijn we nu aan het uitvinden. Het zal vergelijkbaar zijn met een traditionele zonneboiler, zeker omdat we een stuk installatietijd wegnemen. Voor dit systeem is geen pijperij nodig, geen pompen, helemaal niks.”

Productie

De productie van de nokzonneboiler staat op punt van beginnen. Hiervoor is in de fabriek van Stanstechniek in Gaanderen een productiestraat ingericht. De Beijer heeft naar zeggen ruim 550 geïnteresseerden, van particulieren tot projectontwikkelaars, bouwondernemingen en corporaties die dit als een belangrijke aanvulling zien voor de verduurzaming van hun projecten. De SunRidge staat al in de ISDE-subsidielijst.

BMI – producent en leverancier van dakpannen en materialen voor daken, en de organisatie achter merken als Braas, Monier en Icopal – gaat het product in de bouwsector promoten, SunRidge zelf richt zich op de groothandel voor installateurs. “Wat we uiteindelijk willen is dat we een aanbieding kunnen doen aan wie dan ook – eindconsument, woningcorporatie – en het product leveren inclusief montage op het dak. Hiervoor lopen gesprekken met de Stichting Dakmeester. De installateur hoeft het dan alleen aan de binnenkant nog af te monteren. Want niet iedere installateur wil het dak op.”

De zonnenokboiler stelt overigens geen aanvullende eisen aan de dakconstructie, stelt De Beijer. “De nok is het sterkste deel van het hele dak.”

Herintroductie

De Beijer bedacht de nokzonneboiler 20 jaar geleden. Het product is op de markt geweest en werd door Inventum geproduceerd en geleverd. Inventum heeft een strategisch keuze gemaakt voor warmtepompen. De Beijer heeft het product weer onder zijn hoede genomen een nieuwe versie ontwikkeld die 25% meer opbrengst heeft. Dit volgens de metingen bij TNO en keuring instituut Rapperswiel in Zwitserland.