Het stookseizoen is weer begonnen. RVO.nl geeft gebouwbeheerders vijf tips om zich goed voor te bereiden:
1. Installatie controleren
- Eén op de zes naregelingen werkt na het winterseizoen niet meer optimaal. Vervang kapotte regelaars, opnemers en thermostaatkoppen.
- Zorg dat de opnemers goed zijn aangesloten en vrij in de ruimte hangen. Controleer de opnemers periodiek en laat ze ijken.
- Verwijder stof en stofnesten van radiatoren. Dit voorkomt brandlucht als de installatie aangaat en levert een betere luchtkwaliteit.
- Controleer luchtfilters op stof en vervuiling in de luchtbehandelingskasten, Fancoil Units en WTW- units.
2. Juiste instellingen
Door een energieprofiel van het afgelopen jaar te maken, is te zien of de installatie goed functioneert. Foute instellingen kunnen leiden tot klimaatklachten, het ervaren van droge lucht, te warme ruimtes of tocht. Ook het ontbreken van een gebouwverantwoordelijke en onvoldoende kennis over het bedienen van een thermostaatkraan kunnen leiden tot klachten en problemen.
3. Start- en compensatieregelingen
Baseer verstellingen niet op klachten. De juiste instellingen besparen veel energie en creëren een beter binnenklimaat. Daarom is het verstandig om te controleren of alle radiatoren wel warm worden, of de open verdeler wel goed werkt, of in alle leidingen de circulatiepompen werken, of het cv-water stroomt en of de aanvoer en retour van temperatuur op de groepen klopt (er moet gemiddeld een verschil zijn tussen de 15 en 20°C).
4. Afstemming gebruik en installaties
Zorg ervoor dat de manier waarop het gebouw gebruikt wordt, overeenkomt met het installatie-ontwerp. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het aantal computers, het gebruik van kantoren als vergaderzalen, de bezetting van ruimtes en de gebouwindeling.
5. Verwachtingsmanagement
Gebruikers van een gebouw moeten weten hoe zij een installatie moeten bedienen en wat ze kunnen verwachten. Het is belangrijk om klachten altijd serieus te nemen en bij problemen te overleggen met de Arbodienst.
