Alles wordt duurder. Veel installateurs worstelen dan ook met de vraag wat ze met hun prijzen moeten doen. Daarmee bedoelen ze dan meestal hun verkoopuurprijs. Met hoeveel moet je die in 2023 verhogen? Het antwoord daarop hangt af van verschillende factoren. Maar de verwachting is wel dat de kosten in 2023 harder stijgen dan normaal. Dus je zult ook je tarieven daarop moeten aanpassen.
Stijgende kostprijs
Eerst maar even de kostprijs per montage-uur. Inmiddels zitten we al op zo’n 72 euro per uur, excl BTW. Dat betekent dus dat je als installateur al minimaal dat bedrag als uurtarief moet vragen om winst te maken. Hoewel een deel van het rendement natuurlijk ook via een marge op materiaal en uitbesteed werk binnenkomt.
De laatste jaren gaat de kostprijs per uur jaarlijks met zo’n 3 tot 3,50 euro omhoog. De voorspelling is dat deze in 2023 harder stijgt. Met zo’n 3,50 tot 4,50 euro per uur. Aan de ene kant komt dat door de stijgende loonkosten, als gevolg van de cao-verhogingen en doordat er sowieso meer betaald wordt door de krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast is de verwachting dat de overige kosten, zoals huisvesting, energie, automatisering en advieskosten, sterker toenemen. Normaal gesproken stijgen deze zo’n 1 tot 2% per jaar mee met de inflatie. Door de huidige inflatie zijn echter veel leveranciers hun tarieven sterker gaan verhogen, omdat ook bij hen de kostprijs stijgt. Onze verwachting is dat de kostprijs per montage-uur in 2023 daarom rond de 76 euro per uur zal zijn.
Totaalplaatje
Om je winst op peil te houden zul je in 2023 dus ook je tarieven moeten aanpassen. Mijn tip is om daarbij niet alleen naar je verkoopuurtarief te kijken. Want naast de (montage)uren bereken je altijd een winstmarge op je materiaal en het uitbesteed werk. Je zult dus naar het totaalplaatje moeten kijken. Wij hanteren daarom liever het begrip ‘toegevoegde waarde per uur’. Daarin zijn niet alleen de uurtarieven berekend, maar ook alle opslagen. Om je winst op peil te houden zul je in 2023 je toegevoegde waarde met zo’n 3,50 tot 4,50 euro per uur moeten verhogen. Hoeveel precies je verkoopuurtarief in 2023 moet zijn, hangt dus sterk af van de winstmarge die je berekent op het materiaal en het uitbesteed werk. Een bedrijf dat bijvoorbeeld een hoog verkoopuurtarief heeft – maar een lage winstmarge op materiaal hanteert – kan uiteindelijk slechter af zijn dan een bedrijf dat veel winstmarge op het materiaal zet en een lagere verkoopuurprijs gebruikt. Maar één ding is duidelijk: met een sterk oplopende kostprijs is het belangrijk om deze door te berekenen in je uurtarief en opslagen.
Indexering
Tenslotte de vraag hoe om te gaan met de indexering van bestaande onderhoudsabonnementen. In contracten staat doorgaans vermeld hoe dit wordt gedaan. Een veelgebruikte indexering is de CAO-loonindex CBS. Deze gaf voor de periode oktober 2021-2022 een indexering van 3,2% aan. De verwachting is dat dit percentage in 2023 stijgt vanwege de inflatie. Techniek Nederland geeft geen advies over percentages, maar geeft wel aan wat je bijvoorbeeld in de onderhoudscontracten kan opnemen. Een andere indexering die in contracten wordt opgenomen is de Loonindex Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw 1994. Volgens deze index vond er in de periode juli 2021-2022 een stijging van 5,2% plaats.
Inzicht krijgen in de meest actuele prestaties van installatiebedrijven? Handige tips voor het slim omgaan met capaciteit en tarieven? Kijk hier het webinar terug dat Installatie.nl maakte met Stefan van Maasakkers.
