Nederlandse huishoudens willen best minder afhankelijk zijn van aardgas, maar hebben op dit moment weinig vertrouwen in de overheid. Het beleid heeft te weinig samenhang, en hebben zorgen over de betaalbaarheid en kostenverdeling.
Dat blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onder ruim 2000 mensen. Aanleiding voor dit onderzoek is het Klimaatakkoord. Hierin is afgesproken dat in 2050 zeven miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen niet langer verwarmd worden met aardgas.
Het onderzoek vind je onderaan dit artikel
Warmtepomp of warmtenet
De burger wil dus wel, maar vind een overheid op het pad die niet duidelijk is over de kostenverdeling en betaalbaarheid. Een ruime meerderheid van de ondervraagde burgers onderschrijft het belang van aardgasvrij verwarmen, maar heeft moeite met de concrete invulling.
Het vertrouwen van grote groepen burgers in de overheid is laag, staat in het rapport. Burgers wijzen daarbij naar inconsistent beleid rond bijvoorbeeld de salderingsregeling. Tegelijk rekenen burgers uiteindelijk toch op de overheid om aardgasvrij beleid te realiseren. Burgers vinden het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met draagkracht, dat er niemand ‘door het ijs mag zakken’, dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
Wie betaalt de rekening?
Daarnaast willen mensen zekerheid dat aardgasvrij verwarmen niet te duur gaat worden en hebben mensen moeite met grote prijsverschillen tussen wijken. “De zorgen van burgers over betaalbaarheid en kostenverdeling worden niet ondervangen door het huidige beleid en burgers verwachten niet dat dit in de toekomst goed geregeld wordt”, schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving.
Overheid moet regie pakken
Burgers hebben moeite met warmtenetten in handen van commerciële bedrijven. Participatie van overheden kan op meer acceptatie rekenen. Ook met betrekking tot het vervangen van gasketels voor (hybride) warmtepompen is de overheid niet eenduidig. Wilde het vorige kabinet de warmtepomp bij ketelvervanging via een normering afdwingen; het nieuwe kabinet schrapte dit in de onderhandelingen.
Collectief versus individueel
De regie over de warmtetransitie, bijvoorbeeld door het aanwijzen van wijken die aardgasvrij moeten worden, is de afgelopen jaren bij gemeenten komen te liggen. Gemeenten hebben niet de middelen om zorgen bij bewoners weg te nemen, schrijft het Planbureau. Dit vraagt om een grotere rol van de Rijksoverheid. Dit speelt bijvoorbeeld in gevallen als een lokaal warmtenet collectief de goedkoopste optie is, maar bewoners individueel goedkoper uit zijn met individuele warmtepompen. “Sturen op de laagste maatschappelijke kosten is een uitgangspunt van het Klimaatakkoord, maar zonder grotere rol voor de Rijksoverheid dreigt dit niet van de grond te komen”, staat in het rapport.
Proeftuinen
Deze pijnpunten zijn volgens het Planbureau ook aan het licht gekomen bij de zogeheten proeftuinen voor aardgasvrije wijken. Deze 50 projecten zijn stevig gesubsidieerd, maar konden niet overal rekenen op medewerking van bewoners. Het planbureau raadt gemeenten aan goed te communiceren over onzekerheden en de mening van burgers mee te nemen in de ontwikkeling van wijkplannen.