Een ongezond binnenklimaat geeft anderhalf keer meer kans op een slechte gezondheid dan bij ‘gezonde’ woningen. Dat blijkt uit de Healthy Homes Barometer 2017, een grootschalig Europees onderzoek naar de staat van woningen en de gezondheid van bewoners. Het onderzoek is een initiatief van de VELUX Groep en uitgevoerd door adviesbureau Ecofys uit Berlijn, het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer IBP en het Deense economisch adviesbureau Copenhagen Economics. Aan het onderzoek namen 100.000 Europese huishoudens en meer dan 250.000 volwassenen deel.
Zwakke gezondheid
Eén op de zes Europeanen woont in een ongezonde woning, die vochtig is, onvoldoende daglicht heeft of te warm of te koud is. In Nederland is het ongezonde binnenklimaat vooral te wijten aan een te lage temperatuur in huis. Van de Nederlanders met een zwakke gezondheid leeft een kwart in een te koud huis.
Naast de temperatuur in huis hebben vochtigheid en de hoeveelheid daglicht een grote invloed op de gezondheid van bewoners. Wanneer het gebouw te vochtig is of schimmel bevat, hebben de bewoners 40 procent meer kans op astma dan bij een goed binnenklimaat het geval zou zijn.
Energie-armoede
Een goed verwarmde woning is cruciaal voor een goede gezondheid, maar dit lijkt niet voor iedereen mogelijk te zijn. In Nederland hebben circa 750.000 mensen moeite om maandelijks hun energierekening te betalen, zo blijkt uit een recent rapport van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN).
Van alle Europeanen die met moeite het hoofd boven water houden (één op de drie), leeft meer dan de helft in koude gebouwen. Bijna de helft (45 procent) laat de verwarming uit om de energiekosten te beperken. Deze zogenoemde ‘energie-armoede’ zorgt ervoor dat zij eerder kampen met een slechte gezondheid. Bovendien wordt er drie keer zo vaak schimmel geconstateerd in te koude woningen, wat de gezondheid verder verslechterd.
H0ge kosten
Ongezonde gebouwen hebben zowel medisch als financieel een forse weerslag op de maatschappij. Zo zorgt een ongezond binnenklimaat jaarlijks voor tal van ziektes zoals astma en COPD die de Europese samenleving bij elkaar 82 miljard euro kosten. De helft hiervan gaat naar directe kosten zoals medicijnen en zorg. De andere helft, bijna 40 miljard euro, gaat naar indirecte kosten zoals verminderde arbeidsproductiviteit.
