Branche pleit voor ketel-database

Er moet een centrale database komen waarin alle geplaatste CV-ketels in Nederland worden opgenomen. Dat geeft inzicht in onderhoudshistorie, maakt terugroepacties makkelijker en komt zo de veiligheid van gasinstallaties ten goede.

Hiervoor pleiten installatiebranchevereniging Techniek Nederland, ketelfabrikantenvereniging VFK en FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie. “Wij vinden dat een dergelijke database noodzakelijk is in het te allen tijde borgen van toestelveiligheid”, zegt Henk Sijbring, voorzitter van de VFK.

Koolmonoxide

De afgelopen maand kreeg de markt de mogelijkheid om te reageren op het ontwerp van de  certificeringsregeling voor installatiebedrijven die werken met gasverbrandingstoestellen. Die regeling moet ervoor gaan zorgen dat er minder ongelukken gebeuren met koolmonoxide.

Doekle Terpstra, van Techniek Nederland, stelt: “Wij benadrukken het belang van het instellen van een landelijk register van gecontroleerde en goedgekeurde CV-ketels. Dit is de basis voor het meten van de effectiviteit van de regeling. Het register geeft inzicht in de veiligheid van de toestellen en de staat van het onderhoud. Het register maakt het bovendien mogelijk om in geval van calamiteiten, bijvoorbeeld bij terugroepacties, snel actie te ondernemen.”

Hoe zo’n database opgetuigd zou kunnen worden, laat FME in zijn reactie weten. “Na de uitgevoerde werkzaamheden en bij inbedrijfstelling zou geregistreerd moeten zijn waar werkzaamheden zijn uitgevoerd”, aldus FME-beleidsadviseur Bert Nagtegaal.

In de conceptregeling die de afgelopen maand ter inzage heeft gelegen is geen sprake van zo’n allesomvattende database. Wél moeten alle gevallen gemeld worden waarbij een installateur bij werkzaamheden aan de ketel een te hoge concentratie koolmonoxide meet.

Installatiebedrijven

In totaal namen 68 bedrijven en organisaties de moeite om te reageren op de conceptregeling. Hieronder vele tientallen installatiebedrijven. Installateurs zitten over het algemeen niet te wachten op nóg weer een regeling, nog weer een kwaliteitskeurmerk.

Het ongenoegen hierover wordt mooi verwoord door Ron Hogendoorn, directeur van  Installatiebedrijf Hogendoorn uit Reeuwijk. “Jammer dat we voor jaren terug alles overboord hebben gegooid om vervolgens nu de regels weer te gaan aanscherpen. Beetje laat nu we weten dat we in de komende jaren van het gas af moeten, en dan nu zulke maatregelen gaan treffen. Op deze manier belast je de installateurs die hun vak serieus nemen met extra kosten en papierwerk.”

Kosten beperken

De meeste brancheorganisaties scharen zich achter de installateurs. Doekle Terpstra van Techiek Nederland vindt dat de regeling straks niet te zwaar moet worden. “Met een eenvoudige certificeringsregeling daarentegen, blijven de extra kosten voor de installateur beperkt. Tegelijkertijd betekent dit dat consumenten slechts met een relatief kleine kostenstijging te maken krijgen. Dit vergroot de bereidheid bij consumenten om te kiezen voor een gecertificeerde installateur. Lage certificeringskosten zorgen dus voor een groot draagvlak bij zowel installateurs als consumenten.”

Ook InstallQ, de fusieorganisatie van Sterkin en KnINL, vindt dat met het huidige voorstel installateurs onnodig op kosten gejaagd worden, zegt voorzitter Ed Nijpels (ook voorzitter van het Klimaatakkoord). “Vastgesteld moet worden dat zowel kleine bedrijven als bedrijven die de werkzaamheden aan gasverbrandingstoestellen niet als hoofactiviteit hebben, deze kosten bedrijfseconomisch niet kunnen dragen. Uit doorrekening blijkt dat dit voor deze groep al snel zal leiden tot een kostenverhoging per ingebruikstelling van circa 15% tot meer dan een verdubbeling. Het uiteindelijke effect zal ons inziens dan ook zijn dat met name de kleinere installateurs uit deze markt stappen.”

Laat maar komen

Overigens zijn er ook mildere geluiden te horen, van installateurs die de problemen onderkennen en  denken: kom maar op met die certificering. Een van die geluiden komt van Peter Hoogewerf van Meer en Hoogewerf Loodgieters uit Haarlem. “In mijn 43 jaar ervaring in de installatiebranche heb ik een diversiteit aan veranderingen meegemaakt. Waar het in het verleden aan strikte regels gebonden was, is het nu een vrijmarkt voor iedereen die een beetje handig is. Laten we zo snel mogelijk tot certificering over gaan en dit zo breed als mogelijk uitdragen om misstanden in de toekomst tegen te gaan.”

In 2021 is het zo ver

Dit voorjaar behandelt de Tweede Kamer een aanpassing van de Woningwet waarin de wettelijke certificering wordt opgenomen. Komend najaar staat behandeling in de Eerste Kamer gepland. Als de Tweede en Eerste Kamer in meerderheid akkoord gaan, wordt de wettelijke regeling, als onderdeel van een aanpassing van de Woningwet, eind van dit jaar verankerd in het Bouwbesluit.

Dan gaat een overgangsjaar in, waarin bedrijven de tijd krijgen om te kunnen voldoen aan de nieuwe spelregels. Dat betekent dus dat in 2021 de regeling echt van kracht wordt.

Meer vragen over de certificeringsregeling? Lees dan hier onze Frequently Asked Questions (FAQ), met antwoorden.